Einde wielerseizoen, start Kustmarathon

  

Ding dong! Dienstmededeling. Juist, je leest het goed, ik ga dit seizoen geen wielerwedstrijden meer rijden. M’n lichaam reageert nog verre van goed in uiterste inspanning. Het heeft allemaal nog te maken met m’n suikerspiegel.


Wat wel een goed bericht is, ik heb te horen gekregen dat ik geen suikerziekte heb. Insuline spuiten, suikerspiegel meten, het hoeft (gelukkig) niet. Wel zal ik m’n eetpatroon moeten veranderen, omdat m’n suikerspiegel wel iets meer op en neer gaat. Ik mag daardoor maar erg weinig koolhydrathen en suikers en dat zijn nou juist de dingen die een sporter eet voor wedstrijden en trainingen. Ik ga de komende maanden dan ook gebruiken om te onderzoeken wat m’n lichaam wel en niet aankan. Als dat allemaal goed gaat dan kan ik misschien weer inhaken bij het winterseizoen van het mountainbiken, of anders in het nieuwe wielerseizoen.
Twee weken geleden heb ik m’n looptrainingen opgepakt om begin oktober mee te doen aan de Kustmarathon. Een marathon stond sowieso nog op m’n to-do-list, maar hij komt wat jaartjes eerder dan gepland. De planning is op dit moment ideaal, omdat de hartslag een stuk lager ligt dan tijdens de koers. Van kotsen, draaierig en kramp heb ik geen last. Ik hoop dat het zo blijft wanneer de trainingen langer worden, maar het voelt voor m’n lichaam allemaal net wat rustiger.

Ach ja, al mis ik het koersen, het is weer heerlijk om met een nieuw doel bezig te zijn. 12 weken trainen voor een hopelijk schitterend evenement.

Stoppen met koersen. Dzjuu!

  
Helaas pindakaas. Voor onbepaalde tijd word ik gedwongen om te stoppen met koersen. Het is geen overtraining zoals ik de laatste weken dacht, maar er blijkt meer aan de hand te zijn met m’n lichaam.

Uit bloedonderzoek in het ziekenhuis is gebleken dat m’n suikerspiegel veel te hoog is. Dit kan duiden op suikerziekte, of een verhoogd risico erop. De komende weken word ik vaker geprikt en onderzocht hoe ernstig de situatie nou eigenlijk is.

Samen met de dokter hebben we een aantal klachten besproken en er beginnen bij mij wat kwartjes te vallen. De hogere hartslag van de laatste weken en de moeheid waarmee ik te kampen heb kunnen symptomen zijn. Ook ben ik de laatste tijd vaak ziek. Er hoeft nog maar een windje te waaien of ik heb al koorts. 

En dan is er nog die misselijkheid en overgeven tijden de koers. Ik overvoer mezelf voor een koers met suikers en koolhydraten. M’n suikerspiegel staat op zo’n moment torenhoog. Da’s goed is voor ’n sporter, maar niet voor iemand met suikerproblemen. Sterker nog, het kan gevaarlijk zijn. 

De komende weken wordt er verder gekeken hoe erg de situatie is. Natuurlijk ga ik door met sporten, maar het avontuur van koersen moet ik tijdelijk in de ijskast zetten. Jammer, maar de wereld stort natuurlijk niet in elkaar. Voor ieder probleem is wel een oplossing en dat is nu ook het geval. Om die flauwe klassieker van Schwarzenegger er maar eens in te gooien; “I’ll be back!”

Overtraind

   

  

1 meter, 2 meter, 3 meter… het is nie waar hè. We zijn nog maar 15 minuten bezig op deze zomeravond en ik moet er al weer af. M’n lichaam is na dit kippeneindje compleet uitgeblust. Net zoals vorige keer in de Ronde van Rilland lopen m’n benen in 5 seconden helemaal vol. Iedere renner heeft in een wedstrijd wel eens een slecht moment, maar dit voelt totaal anders. Ik kan echt geen trap meer doen. Wat is er verdomme toch aan de hand? Waar ik grote stappen wil maken gaat het alleen maar slechter de laatste weken.

Train ik minder? Nee. Sterker nog, ik ben meer en vooral intensiever gaan trainen. In januari, februari en maart heb ik vooral kilometers gemaakt. Daarna heb ik veel blokken gereden. Het zijn intensieve trainingen waarbij je een paar minuten vol gaat. Het zou het geheim moeten zijn om “harder” te worden en vooral de snelheid meer aan te kunnen.
Vanaf april heb ik alleen een probleem. M’n rustpolsslag, die voor een sporter van groot belang is, daalt steeds slechter. Na intensieve trainingen duurt het soms 3 dagen voor mijn lichaam weer is herstelt. Daar moet je eigenlijk op wachten, maar ik ben te koppig geweest. Ik was bang achter te raken met de betere renners en dus ging ik toch gewoon trainen. En niet op de herstelmodus, maar ik bleef m’n blokken doen. 

Toen ik er in Rilland na de helft van de koers werd afgereden was dat al een signaal dat het niet lekker zat. Een week later werd ik ziek en moest ik wel rust nemen. Ik nam een extra rustpauze van bijna een week en warempel, ik herstelde weer. 

Toen ik de training hervatte was schoot de polsslag opnieuw de lucht in. Ook dit keer verdomde die het om te zakken. Als test trapte ik vorige week mee met de zomeravondcompetitie. Juist, voor nog geen kwartier. Toen ik een rondje later weer in wilde pikken verzuurden m’n benen zo snel dat ik na een rondje er al weer af moest. Echt, ik kon wel janken.

Ik heb maar eens hulp gezocht en er is maar 1 conclusie, overtrained. Te veel, te weinig rust en met een te hoge polsslag. Op advies leer ik op veel andere dingen te letten tijdens trainingen waardoor ik hopelijk snel de overtraining achter me kan laten. In ieder geval rij ik geen Oude Tonge en Ovezande. Misschien ben ik er in Oudelande bij. Het is even per week bekijken hoe het gaat en of de energie eindelijk weer gaat pompen door het lichaam.

Jantje huilt. Jantje lacht.

TMZ-kampioenschap
De Ronde van Terheijden vorige week zondag. Het is nog 10 ronden te rijden en het gaat vol op de kant. De wind komt van rechts en we rijden allemaal op een lint aan de linkerkant. Ik zit ergens op driekwart van het peloton. Het loopt niet. En eigenlijk niet alleen deze zondag, dat doet het al een week niet. M’n ochtendpols is constant te hoog, wat vaak aangeeft dat er ziekte aan zit te komen. Het zet alleen maar niet door.

Twee centimeter, 5 centimeter, 15 centimeter, ik zie het wiel voor me van me wegrijden. In een paar seconde druipt alle wielerlust weg. Zoveel uren steek ik erin en nu kan ik niet eens volgen in dit peloton. Wat een afgang.

Het is 6 dagen later in het TMZ-kampioenschap in Kapelle. We draaien linksaf de finishweg in. Nog anderhalve kilometer en de winnaar is bekend. Ik zit ergens rond plek 20 in het nog complete peloton. Ik doe verdikkie nog mee voor voor de prijzen! Tuurlijk, podium gaat niet lukken, maar ik heb een heerlijke wedstrijd gereden. Een paar keer moest ik een gaatje dichtrijden, maar dat ging vandaag vlekkeloos. In de voorlaatste rond kwam ontsnappen zelfs in m’n hoofd rond spoken. Het was net jammer dat er geen gat was om langs de eerste rij te komen. Ach, Jantje lacht weer. Van oor tot oor!

Ik kan weer vooruit kijken. Met hard trainen wil ik voorin mee kunnen doen. M’n gevoel zegt dat dat vast gaat lukken. Dat was een week geleden totaal anders.

Uiteindelijk word ik 29e in het peloton. Volgende wedstrijd? De Ronde van Rilland op 25 april. Zin? Ontzettend!

foto: Jacco Quist

Sta je scherp?

  

Da’s de vraag die iedere coureur zich stelt zo vlak voor de start van het seizoen. Sta ik scherp? Nou, ik twijfel regelmatig. Er knaagt in m’n bovenkamertje nog best wel wat aan m’n zelfvertrouwen. En dat terwijl ik tot nu prima heb getraind. 

Er staan dit jaar 2500 kilometer op m’n teller. Kilometers die in kwaliteit een stuk beter waren dan vorig jaar. Toen reed ik voor m’n allereerste seizoen bijna alleen maar duurtrainingen. Nu heb ik m’n lichaam eerder en vaker uitgedaagd. Ik merk ook dat m’n hartslag bijvoorbeeld beter is. Maar ja, ik rij dan ook wel een categorietje hoger dan vorig jaar.

Afgelopen winter heb ik veel trainingsboeken gelezen. Het heeft mij op ideeën gebracht hoe je wielertrainingen beter kan aanpakken. Ook gaf het me inzicht in de werking van een (sport)lichaam. Of ik daar nu ook meteen profijt van ga hebben? 

Het enige wat ik mezelf kan verwijten zijn de wedstrijdkilometers. Daar is het te weinig van gekomen. Ja, een trainingsritje bij Middelkamp en een trainingskoers bij de TMZ. Tijdens de laatste stond ik ook nog eens na 25 minuten een sloot vol te spugen. Nee, geen zenuwen. Hoogstwaarschijnlijk een eetprobleempje. Na een voedingscursus wilde ik wat uittesten, maar na 15 minuten begon mijn maag alweer te pompen. Na 3 keer terug inslikken van de “rijstebrei” was ik het beu en ben afgestapt. Ja, dit soort dingen zijn natuurlijk ook niet voorspoedig voor het zelfvertouwen. Het was gelukkig nog voor het seizoen. Maar ja, het knaagt, het knaagt!

Zaterdag nog één trainingsrit en volgende week het TMZ-kampioenschap in Kapelle. Dan pas kan ik echt zeggen of al die trainingsuren me nu al hebben gebracht waar ik wil zijn. Ik wil meetrappen en het liefst voorin tot in de finale. En winnen dan? Ik ben realistisch genoeg dat ik weet dat daar nog flink wat wedstrijdjes voor nodig zijn.

Eerste trainingsrit

Het valt stil in het peloton en ik denk, “dit is mijn kans!” Er zijn twee renners weg en volgens mij kan ik er nog naar toe.” Ik sta op de pedalen en geef rukken aan m'n stuur om me opgang te krijgen. Mwa, het voelt tot dan toe eigenlijk niet zo slecht in deze eerste trainingsrit. Ik kan makkelijk m'n positie houden en ik trap net wat lichter dan de rest. Regelmatig draai ik m'n kopbeurtje en herstel snel van zo'n inspanning.
 
Alleen m'n bochten. Om je kapot te schamen! Op het einde van vorig seizoen draaide ik met de besten mee. Nu is het werkelijk een afgang. Maar ach, het is februari en er is nog voldoende tijd om dat weer op te pakken.
 
Maar, ik was op weg naar de voorste groep. Ik sta nog steeds op de pedalen en merk dat m'n benen vol lopen. Ik ga snel maar eens zitten om niet kapot te gaan… uhhh… wa's da? KABOEM! Het lijkt of m'n tubes van m'n fiets schieten. Nee, het is nog erger. Het is net of m'n trapas helemaal vast slaat. Mechanisch probleem!?
 
Uh, nee. Ik blaas me binnen een paar meter he-le-maal op. Ik explodeer compleet. M'n benen vol zuur, m'n longen in de fik en m'n helm lijkt van m'n kop te breken door uitéénzetting. Ik vlieg als een bowlingbal van de eerste plek in het peloton naar plek nummero laatst. Daar aangekomen moet ik krabbelen om maar niet te lossen. Amai. Wat een gevecht.
 
Vier ronden lang bungel ik in de staart en kan ik me niet meer herstellen. Ik had m'n eerste trainingswedstrijdje anders voorgesteld. Maar ach, het geeft motivatie om er nog wat meer aan te gaan doen.
 
Foto: Carlo van den Bosch

 

Middelkamp

Wat een prachtig shirt is het clubtenue van wielervereniging Middelkamp toch. Al jaren heeft de Zeeuwse club een shirt wat moed en kracht uitstraalt. En sinds deze week weet ik ook dat het niet alleen mooi is, nee, het zit ook heerlijk. “Maar Mark is nu toch geen renner van Middelkamp geworden?” Nou, uhhhhh…

Afgelopen maanden heb ik m'n doelen uitgestippeld voor het komend seizoen. Één daarvan is om het dit jaar meer in Nederland te gaan rijden. Vorig jaar heb ik bij de Belgische bond van de WAOD gereden, maar ik vond het slecht georganiseerd. Één keer ging de wedstrijd niet door en de andere koers werd de laatste seconde samengevoegd met de hoogste categorie. Ik ben daar een beetje klaar mee.

Na wat advies van anderen ga ik dit jaar ook wedstrijden rijden in de Sportklasse. Deze Nederlandse categorie is van de KNWU en combineert wedstrijden met oa junioren en b-amateurs. Ik zal hier in het begin keihard worden afgereden, maar ik hoop toch verder in het seizoen er eens wat langer aan te hangen. Ja, dat worden echte “leerkoersen” voor me, maar ach.

Bij het aanmelden voor de Sportklasse kwam ik er alleen achter dat je verplicht lid moet zijn van een Nederlandse vereniging. Ik dacht een los lidmaatschap te kunnen nemen, maar dat gaat niet. De beslissing was snel genomen om dan maar bij Middelkamp te gaan rijden. En daar hoort dus ook kleding bij.

Ik heb er één training in gereden en het zit als gegoten, maar voor m'n gevoel blijft het toch een tikkeltje heiligschennis. Het is of je met een gele trui aan gaat rijden terwijl je dat helemaal niet heb verdient. In die gele trui mag alleen maar de leider van de Tour in rijden. Niemand anders! Ik moet altijd zo lachen om mannen die met een bolletjestrui door het Zeeuwse landschap trappen. Stop daar mee heren. Je rijdt voor lul.

Maar het Middelkamp shirt, het is toch een kledingstuk wat je eigenlijk mag dragen wanneer je wat hebt gepresteerd, of vanuit de jeugd al bij de club rijdt. Ik voldoe totaal niet aan de criteria en daarom voelt het vreemd. Het geeft me in ieder geval wel de kik om er nog harder tegenaan te gaan dit jaar. Ik wil laten zien dat ik dit shirt waard ben.

Of ik nu alleen maar in dit teneu ga rijden? Nee, de TMZ-wedstrijden rij ik nog fier in m'n Riedam-shirt.

 

 

De fiets als psycholoog

Meestal m'n trainingsmakker, regelmatig m'n beul en de laatste weken fungeert hij weer als m'n psycholoog. Ja, de fiets wordt ingezet om de gedachten weer eens op een rijtje te krijgen. Soms gebeuren er dingen in je leven dat het nodig is..

Tot 2 jaar geleden zag ik m'n stalen ros alleen als een soort cabrio. Wanneer het lekker weer was ging ik een toertje doen. Gewoon, af en toe een rondje en een beetje loeren naar de bloemetjes en de bijtjes. Oké, ik reed wel eens een toertochtje, maar meer was het niet..

Na een klote gebeurtenis twee jaar geleden kwam ik er ineens achter dat de wielerfiets nog meer kwaliteiten had. Hij kon mijn gedachten in lange ritten weer wat op orde brengen. Ik overdacht de gebeurtenissen, kon soms m'n emoties kwijt en zette de strategie voor de komende dagen uit. Bij thuiskomst was ik weer een opgebloeid en was mijn koppie een stuk fitter.

De fiets als psycholoog moest in die weken vaak in actie komen. Om de paar dagen stapte ik op m'n ros om weer alles te resetten en telkens was daar die verbetering toen ik thuis kwam. Mijn wederhelft zag dat gelukkig ook, waardoor ik de vrijheid kreeg wanneer het weer eens iets minder ging. “Zou jij niet nog eens een rondje gaan maken?”

Toen het weer iets beter ging ben ik op het idee gekomen om te gaan koersen. Ik woog toen nog bijna 20 kilo meer en pafte 2 pakjes shag in de week. Hoe die psycholoog het voor elkaar heeft gekregen weet ik niet, maar hij heeft mij tot een toch ander en vooral gezonder mens gemaakt.

Daar stopte het niet mee. Na de frequentie van fietsen te hebben opgevoerd kwam er een doel. De losse trainingen werden een plan, wat uiteindelijk resulteerde in iemand die wedstrijden is gaan rijden. En daar wil ik dit jaar beter in worden.

Er kwam alleen plotseling iets op m'n pad wat dit plan weer totaal niet belangrijk maakt. Was m'n fiets tot eind december m'n trainingspartner, hij heeft zich aan het begin van het nieuwe jaar weer omgetoverd tot psycholoog. Zonder te mokken staat hij weer voor me klaar om me uit de put te lullen. Er worden weer tochten gemaakt waarin ik tot rust kom. De fietspsycholoog stuurt me regelmatig toch nog ietsje verder van huis om nog maar even wat extra tijd te nemen.

Al gaat het weer even duren, ik weet zeker dat m'n coach me weer op het goede pad gaat brengen. Op naar een seizoen welke hopelijk iets minder turbulent is dan hoe dit jaar is gestart.

 

 

2014, mijn cijfers

/home/wpcom/public_html/wp-content/blogs.dir/26a/38971573/files/2014/12/img_1210.jpg

De tijd van de lijstjes -en vooruit- ik doe ook even mee. Het afgelopen jaar heb ik 8910 kilometer over ‘s-Heerenwegen gereden. Dat is een enkele reis naar Zuid-Afrika. Is het ver? Ach, ik kan er zo een aantal aanwijzen die 1000 kilometer meer hebben gereden. Ik heb in ieder geval nog nooit zoveel afgelegd op de fiets.

Het afgelopen jaar ben ik er achter gekomen dat het niet gaat om kwantiteit, maar om kwaliteit. Zomaar kilometers rijden is aardige training en leuk tijdverdrijf, maar je zal toch veel meer kilometers moeten rijden die gericht zijn op wedstrijden. Een wedstrijdrijder telt dan ook niet zijn kilometers, maar vooral zijn uren.

/home/wpcom/public_html/wp-content/blogs.dir/26a/38971573/files/2014/12/img_1211.jpg

Tel ik mijn fiets- en loopkilometers bij elkaar op dan heb ik in totaal 333 uur getraind. Da’s dus bijna 2 weken non-stop op de fiets.

Ach, het zijn leuke cijfers. Wat belangrijker is dat ik in 2015 zowel mijn kwaliteit als kwantiteit wil verhogen om beter te worden. Al ben ik niet meer de jongste, ik wil nog het uitsterste uit m’n zo geliefde wielersport halen. Laat dat volgende jaar maar heel snel beginnen.

Lieve lezers, ook jullie een heel voorspoedig en gezond 2015!

/home/wpcom/public_html/wp-content/blogs.dir/26a/38971573/files/2014/12/img_1212.jpg

Met de botten in de modder

Hop! Met 'n duuwtje word ik tegen de aardappelzak gezet die vandaag als afrastering dient. De renners zijn een paar minuten geleden gestart en kunnen ieder moment voorbij schieten. Er is nog plek naast me, maar dan hoef je toch niet zo te duwen? Ah, kijk aan, het is Renaat Schotte die zich ertussen wurmt. Renaat is de vliegende reporter van Sporza en sjeest van hot naar her. Hij mag mij gerust even duwen om de veldrijders naast ons te aanschouwen.

 

Ik was al een tijd niet naar het veldrijden geweest, maar het blijft een heerlijke sport. Nu ik veel op de fiets zit heb ik alleen nog meer respect voor deze mannen. De techniek die ze hebben is verbluffend. Tientallen meters door modder ploeteren lijkt alleen pure kracht, maar het is voor de helft techniek. En dan het op en afspringen van die mannen. Amai! Ik probeer het op de mountainbike ook nogal eens, maar het lijkt nergens op. Wat de veldrijders voor elkaar krijgen is echt knap.

Toch lijkt het me prachtig om in 't veld te rijden. Het lijkt me zo mooi om te doen en zeker voor de wintermaanden een mooie overbrugging. Uiteindelijk kwam er geen cyclofiets, maar een mountainbike. Wanneer ik voor het veld had gekozen dan waren wedstrijden rijden zeker mijn bedoeling

In Brabant is er zelfs een bond die zich compleet heeft gericht op het modderstoempen. De West-Brabants Veldrit Competitie organiseert in het najaar 12 crossen en die trekken veel coureurs. Iedere week starten er ruim 160 coureurs en dat al met gastjes van een jaar of 7. Daar kunnen dus toekomstige kampioentjes vandaan komen.

Je merkt ook tijdens mountainbiketochten in Brabant dat veldrijden populair is. Steeds meer toerfietsers kopen voor in de winter een cyclocross. Denk niet dat het bijna hetzelfde is als mtb'en. Door die veel bredere banden heb je meer grip en vooral door zand is een cyclofiets echt een stuk zwaarder. Het is iets voor de meer ervarener fietser die technisch onderlegd zijn.

Van Aert won uiteindelijk de cross in Essen op prachtige wijze. Een uur heerlijke topsport voor onze neus. De komende weken rijden ze nog een paar keer net over de Belgische grens, zoals bijvoorbeeld 30 december in Loenhout. Ik kan je echt aanraden om eens een keertje te gaan kijken… en vergeet dan vooral je laarzen (botten) niet!