Eerste trainingsrit

Het valt stil in het peloton en ik denk, “dit is mijn kans!” Er zijn twee renners weg en volgens mij kan ik er nog naar toe.” Ik sta op de pedalen en geef rukken aan m'n stuur om me opgang te krijgen. Mwa, het voelt tot dan toe eigenlijk niet zo slecht in deze eerste trainingsrit. Ik kan makkelijk m'n positie houden en ik trap net wat lichter dan de rest. Regelmatig draai ik m'n kopbeurtje en herstel snel van zo'n inspanning.
 
Alleen m'n bochten. Om je kapot te schamen! Op het einde van vorig seizoen draaide ik met de besten mee. Nu is het werkelijk een afgang. Maar ach, het is februari en er is nog voldoende tijd om dat weer op te pakken.
 
Maar, ik was op weg naar de voorste groep. Ik sta nog steeds op de pedalen en merk dat m'n benen vol lopen. Ik ga snel maar eens zitten om niet kapot te gaan… uhhh… wa's da? KABOEM! Het lijkt of m'n tubes van m'n fiets schieten. Nee, het is nog erger. Het is net of m'n trapas helemaal vast slaat. Mechanisch probleem!?
 
Uh, nee. Ik blaas me binnen een paar meter he-le-maal op. Ik explodeer compleet. M'n benen vol zuur, m'n longen in de fik en m'n helm lijkt van m'n kop te breken door uitéénzetting. Ik vlieg als een bowlingbal van de eerste plek in het peloton naar plek nummero laatst. Daar aangekomen moet ik krabbelen om maar niet te lossen. Amai. Wat een gevecht.
 
Vier ronden lang bungel ik in de staart en kan ik me niet meer herstellen. Ik had m'n eerste trainingswedstrijdje anders voorgesteld. Maar ach, het geeft motivatie om er nog wat meer aan te gaan doen.
 
Foto: Carlo van den Bosch