Ziek. Punt.

Tja gut, wat moet ik er van zeggen. Ziek, beter, weer ziek, naar de dokter, bacterie, longontsteking en weer beter. Dat waren mijn laatste twee weken in een notendop. Ach ja, “beter nu dan in maart of april.” En nu hop hop. De blik weer vooruit, de focus op het nieuwe seizoen.

Zakloop

Adem in, adem uit, adem in… YAK! Ik adem een flinke teug oudbakken zweet naar binnen en moet bijna braken. Volledig uit m'n concentratie door zo'n weeïge putlucht van een concurrent. Die heeft de laatste week geen douche gezien. Bah!

We zijn rond het 3 kilometerpunt van de Zakloop en het ging tot hier eigenlijk best aardig. Ik loop makkelijk, kan m'n tempo goed aan, maar dan moet die beerput wel even ergens anders naartoe. Ik ga maar snel aan de andere kant van de weg lopen in de hoop dat die lucht daar niet in mijn holtes terecht komt. Eigenlijk kan weinig mij afleiden, maar geuren tijdens een wedstrijden zijn altijd zó intens.

Een paar honderd meter later komt er een dame voor me lopen. Kijk, dat ruikt een stuk beter. Dat moet één of ander Channelletje zijn. Maar toch hè, ik heb dit geurtje ook liever niet.

Wat ik graag wil ruiken tijdens een wedstrijd zijn frieten. Ach man, wat is die geur lekker wanneer je in volle inspanning zit. Of worsten! Ook zo lekker. Sowieso is bbq echt één van m'n favorieten. Maar dan wel op kolen. Niet van die wannabe-gaspruttelaars! Ach man, ik ga daar echt harder van. Geloof het of niet, zelfs sigarettenlucht kan mij bekoren. Dat kan natuurlijk komen na m'n verslaving van ruim 15 jaar. Shag trouwens favoriet, maar een Marlboro-light is ook goed hoor.

Geen idee waar deze geurenafwijking vandaan komt. Ik heb ook werkelijk geen idee of Ik alleen deze tik heb als sporter. Ach, als die wandelende braakluchten niet iedere wedstrijd voor me rijden komt het waarschijnlijk wel goed. De zoete smaak van de overwinning op m'n verwachtingen rook bij de finish in ieder geval heerlijk. Met 31:54 ruim een minuut sneller dan de 33 minuten waar ik op had gehoopt. Wat is het toch heerlijk om verbetering te blijven zien. Dit ruikt naar meer!

 

 

Klaar voor de start? Af!

M'n loopschoenen
Het seizoen 2015 loopt. Letterlijk. Begin november ben ik gestart met het opbouwen van m’n conditie. Dat kan inderdaad op de fiets, maar het is me vorig jaar erg goed bevallen om dat een paar keer per week te doen loopschoenen. Lopen is leuk, een heerlijke bezigheid en het heeft als grote voordeel dat je snel bent vertrokken. Broek, shirt, hartslagmeter, schoenen en woesj de polders in.

Er is wel een verschil met vorig jaar. Toen hobbelde ik wat over de weg met af en toe eens een versnellinkje. Nu is iedere loop een gerichte training waarbij m’n hartslag het belangrijkste is. Ik kijk niet naar snelheid, maar dat is uiteindelijk wel het doel. Het werkt voor mij erg motiverend. Ik ben veel meer gefocust en iedere training is een uitdaging (schema onder post). Uiteindelijk moet het resulteren in een goede tijd tijdens de Zakloop van aanstaande zondag. Ik heb een tijd onder de 33 minuten op m’n notitieblokje gezet, maar da’s misschien wel iets te scherp.

In m’n volgerslijstjes zie ik dat steeds meer wielrenneners de loopschoenen aantrekken. Leuk om te zien, maar kijk wel uit fietsluitjes! Een rondje hobbelen kan wel eens eindigen in blessures waar je aan het begin van het wielerseizoen nog last van hebt. Nu ben ik absoluut niet de meest ervaren loper, maar ik kan wel wat tips geven wanneer je wil beginnen met lopen.

1. Bouw de kilometers rustig op
Wanneer je op de fiets 100 kilometer kan fietsen wil niet zeggen dat je meteen 10 kilometer kan lopen. Je lichaam moet wennen aan deze nieuwe tak van sport. Spieren, pezen en gewrichten zijn deze afstand niet gewend. Laat ze eerst maar eens een paar weekjes wennen. Begin met 4 kilometer en bouw het iedere keer met een paar honderd meter op.

2. Begin in een rustig tempo
Deur achter je dicht en rennen maar. Fout! Ik deed het ook hoor om direct als een bezetene te gaan lopen. We kijken wel waar het schip strandt, want ja, we moeten wel een beetje goed gemiddelde hebben. Echt, begin rustig en zoek eerst eens naar een goede ademhaling. Als je na een kilometertje voor je gevoel lekker loopt, ga dan eens rustig versnellen.

3. Let op techniek
In het begin tikte ik met m’n schoenen de binnenkant van m’n enkels aan. Ook had ik na het lopen regelmatig last van m’n onderrug. Allebei veroorzaakt door een slechte techniek. Je leest eens wat, krijgt tips van ervaren lopers en dan gaat het allemaal net wat makkelijker. Wanneer je begint, probeer vooral erg ontspannen te lopen. Geforceerd lopen leidt tot verkramping en dan gaan spieren en pezen protesteren.

Dit jaar heb ik voor het eerste een schema gevolgd. In iets meer dan vijf weken is het werken om zo snel mogelijk 7,5 km te lopen.

Trainingsschema:
Week 0:
5,5 km – 66-72%
Week 1:
Ma – 6,5 km – 66-72%
Wo – 7,5 km 66-72% – 2 km in 77-84%
Za – 8,5 km in 66-72%
Week 2:
Di – 5,5 km 73-76%
Do – 8 km 66-72%, 3 km in 77-84%
Zo – 9,5 km in 66-72%
Week 3:
Di – 6 km in 73-76%
Do – 8 km, 3x800m in 85-90%, 400 m dribbel
Zo – 10,5 km in 66-72%
Week 4:
Ma- 5,5 km in 73-76%
Wo – 9,5 km 6,5 km in 77-84%
vr – 5,5 km – 3 km in 5:25
zo – 11 km in 66-72%
Week 5:
di – 8km, 5km in 77-84%
do – 5,5 km in 73-76%
zo – Race

Wat je ziet is de dag van training, wat door m’n werk wel eens een dagje verschuift, de afstand en procenten van mijn hartslag. Dat is eigenlijk het belangrijkste, want het zijn de procenten volgens Karvonen. Karvonen zegt eigenlijk op hoeveel procent je van je maximale hartslag werkt. Zo zijn ook simpel je hartslagzones te beteken wat weer een stuk bekender is. Het is interessante materie waar ik later nog wel eens op terug kom. Eerst zondag binnen 33 minuten de Zak(aap)loop afwerken.

De Zakloop van 2013

De Zakloop van 2014

 

Einde seizoen

IMG_1431.JPG

Finito, schluss, einde, KLAAR! Mijn allereerste wielerseizoen zit er op. Ik wilde er nog een verrassend eind aan breien, maar mijn lichaam zegt nee. Al een weekje ben ik niet fit, het is het gevoel of er ieder moment een griep kan losbarsten. Nu leek ik het aardig tegen te kunnen houden met m’n medicijnkast, maar eergisteravond was daar plots verhoging. Juist, dan gaan de alarmbellen bij een sporter luiden en mag er maar 1 ding, rust! En dat terwijl er deze week intensieve trainingen op het programma stonden. Ach, het is geen ramp hoor, want veel coureurs hebben een rustpauze ingelast, alleen dat uitstapje é.

Twee weken geleden kocht ik een mountainbike en zoals dat bij mij gaat, moet wel ergens een doel worden gesteld. Dat werden de ATB-wedstrijden in Heinkenszand op 1 november en een week later die van ‘s-Heer Arendskerke. M’n debuut in het mountainbikepeloton. Pas daarna zou ik m’n rust pakken en beginnen met trainen voor het nieuwe seizoen.

Het loopt allemaal anders en er gaat een dikke streep door die wedstrijden. De komende weken wordt het eens even niet 5 dagen per week trainen. Het worden weken van wat rustiger aan doen en plannen maken voor de komende maanden.

Wel ga ik terugkijken op het afgelopen seizoen, want wat was het prachtig. Ik heb zo genoten van al die wedstrijden en alles wat dat met zich meebrengt. Niet alleen is de rush van een koers mooi, ik merk ook sport een machtige uitlaatklep voor me is geworden. Het is heerlijk om na een dag werken je finaal het schompes in te rijden tijdens een blokkentraining. Je nachtrust is goed, je geest kan veel meer aan en je lichaam wordt er steeds sterker van. En laten we het nog niet hebben over de therapeutische werking van wielrennen. Zonder deze sport had ik dit afgelopen jaar een aantal momenten er totaal anders aantoe geweest. Qua dat ben ik m’n fiets zoveel dankbaar. Het gaat ook zeker geen drie weken duren voor ik m’n eerste rondje ga fietsen.

Wat een afgang

zeelandclassic1

Jury 4 komt naast ons rijden. Op de bijrijdersstoel zit een man die met z’n hand een horizontale streep maakt. “Helaas mannen, einde wedstrijd.” Ik kijk op m’n teller en daar staat 17 kilometer op. Nu al einde wedstrijd. Met nog 5 man worden we onverbiddelijk uit koers gehaald. De jurywagen en bezemwagen racen verder naar de volgende lossers. Wat achter blijft is een renner die even volkomen radeloos is. Ben ik nou echt zó slecht? Is het werkelijk zo slecht met me gesteld? Werkelijk niets wees op deze off-day.

Oké, het ging ontzettend hard. Op de weg tussen Heinkenszand en ‘s-Heerenhoek vlogen we 50 aan het uur. Door m’n durpje ging het door de wind nog een tandje harder. Met bijna 60 vlogen we over de Molendijk. Daarna begon de helletocht voor mij pas echt. In een kleine minuut liepen m’n benen vol, vloog m’n hartslag de lucht in en jawel… m’n eten pompte zich een weg naar boven. We hadden nog geen 7 kilometer gereden! Hoe is het mogelijk?

Ik zie renners voorbij razen waar ik anders nooit moeite mee heb om ze bij te houden. Ik moet zelfs vol trappen terwijl andere renners hun benen stil houden. Er roept nog iemand vriendelijk naar me, “Kom op, Mark.” Heel aardig, maar wat ik ook doe, m’n poten lijken volgestopt met ijzer.

Blurp. Jawel hoor. Verdomme! M’n hele mond zit vol met eten wat ik drie uur voor de koers heb genuttigd. Een milkshake van banaan, puntjes en jam. Ik twijfel om het opnieuw door te slikken. M’n lichaam heeft de broodnodige energie nodig als ik verder wil. Ik ben alleen bang erin te stikken en spuug het maar uit.

We rijden richting Borsele en ik hang achterin het peloton. Door m’n parcourskennis weet ik dat er een cruciaal punt aankomt. Vanaf een brede weg draaien we linksaf een smalle polderweg in. Het is een soort trechter. Andere jaren stonden de achterste renners practisch stil, maar ik heb een idee om op te schuiven. Aan de binnenkant loopt een fietspad en die ga ik eens goed gebruiken. Het mag officieel niet, maar door m’n actie schuif ik makkelijk 30 plaatsen op. Dan is het weer vol op de trappers.

Je hoopt dat het slechte moment maar voor eventjes is. Dat je even door de zogenoemde deur moet vliegen. Het is het pijnlijke moment waarbij je voor de eerste keer in de Max rijdt. Je lichaam doet pijn, maar kan zich daarna snel van herstellen. De pijntjes daarna vallen vaak mee in vergelijking met deze deur. Helaas. Niks deur!

Ik verlies een plek, nog één, weer één. 1, 2, 3, 4… de helft van het peloton rijdt me voorbij. Ik zet al de kracht op de pedalen, maar het helpt niet. Nog 3, nog 2, nog 1… los! 2 meter, 5 meter, 30 meter. Het peloton is er vandoor en ik ben gelost. Nog geen 5 kilometer later worden we uit koers gehaald.

Deze wedstrijd moest een leuk einde van het seizoen worden. Het werd een mentale tik. Ik wist van te voren dat dit, tussen de grote jongens, een harde wedstrijd zou worden, maar om er zo makkelijk en vooral snel afgereden te worden.

’s Avonds na de koers heb ik uren m’n gegevens bekeken. M’n hartslag zat meteen al erg hoog. Hoger dan ik ooit heb gezeten. Was het de spanning waar ik misschien maar slecht tegen kan? Is het m’n lichaam die niet tegen een bepaald eten kan? Ik heb niet voor niets iets uitgetuft. Misschien word ik wel ziek en was dit een teken van m’n lichaam. Ik kan geen definitief antwoord vinden en dat kan ik maar moeilijk verkroppen.

De volgende dag pak ik m’n fiets om een rondje uit te trappen. M’n oog valt op de rem van m’n achterwiel. Hij staat verdorie vast staat tegen m’n achterwiel. Ik geef een draai aan het wiel en… zzzzzzf. Binnen nog geen twee draaingen staat hij al stil. Amai! Was dit gister ook het geval? Ik spring op m’n fiets en doe een paar trappen. Wanneer ik m’n benen stil hou sta ik binnen de kortste keren stil. Juist! Niks ziek, niks slechte dag. Het was materiaalpech. Het lijkt een bot excuus voor een omstander, maar voor mij geeft dit een mentale opluchting.

zeelandclassic2

M’n eerste klassieker, de Zeeland Classic

IMG_0009.JPG

114 kilometer wedstrijd. Tijdens criteriums zijn dat er maar tussen de 40 en 45. Vandaag op het programma de Zeeland Classic. Een klassieker die open staat voor alle categorieën, en jawel, ik sta aan de start. Ik ben niet alleen, want er zijn 150 inschrijvingen. Hon-derd-en-vijftig… *slik*.

Ja, da’s allemaal andere koek dan bij de D’s. In die wedstrijden rijden we met Max 50 man over een plaatselijke ronde. Nu starten we met een grote groep en koersen we twee grote rondes door de Zak van Zuid-Beveland. Da’s direct ook het mooiste, want hier woon ik, hier maak ik m’n trainingsrondes en dus ken ik werkelijk iedere centimeter. Het is ook nog eens de enige kans dat ik door m’n woonplaats ‘s-Heerenhoek kan rijden. Voor het eerst in wedstrijdverband dwars door m’n durpje. Lijkt me mooi.

Gelukkig zit die doorkomst al na 6 kilometer, want hoelang ik het tempo kan volhouden? Ik heb werkelijk geen idee. Er rijden erg veel ervaren renners mee die vaak al jaren dit soort wedstrijden rijden. Voor mij is dit twee niveaus hoger. Veel renners van mijn kaliber hopen één ronde van 45 kilometer mee te rijden.

Vorig jaar heb ik in de bezemwagen meegereden in de Zeeland Classic. Na 20 kilometer reden een heleboel renners, waarmee ik dit jaar samen mee heb gereden, in groepjes op achterstand. Het ging te rap en te snel. Grote illusies om deze koers uit te rijden heb ik dan ook niet. Maar ja, opgeven voordat we nog maar gestart zijn… never!

Ik ga dan ook maar eens flink genieten vandaag, want dit is toch het echte werk. Een groot peloton, dwars door dorpjes en een hele karavan achter ons aan. We zien wel het schip strandt, maar ik hoop dat het op een mooi eilandje is. Vamos!

Start Zeeland Classic in Heinkenszand om 16:30 uur
Eerste doorkomst ‘s-Heerenhoek om 16:40 uur
Tweede doorkomt ‘s-Heerenhoek om 17:45 uur
Finish aan Clara’s Pad in Heinkenszand rond 19:20 uur.

Een stap hoger

foto: Cyclopics (Anco Bauer)

foto: Cyclopics (Anco Bauer)

Of je van groep 8 naar de eerste klas van de middelbare school gaat. Zo voelde ik me afgelopen weekend in m’n eerste wedstrijden in de D-categorie. Alle zekerheidjes zijn weggevallen. Het is of ik opnieuw een stukje territorium moet inpikken. En dat in een groep waar sommige coureurs al jaren rijden.

Yes, de D-categorie. Een stapje hoger, een paar tandjes sneller, maar vooral een flink stuk langer. Qua puntenaantal hoefde ik deze stap nog niet te nemen, maar ik wil me verbeteren. Inderdaad, het doel om een koers te winnen is nu plots een stuk verder weg, maar ik verdom het om me daar op blind te staren. Naar mijn gevoel leerde ik de laatse wedstrijden niet meer genoeg bij de SP’s, dus zat er maar één ding op. Op naar de D’s waar ik vrijdag mee reed in Nieuw- Sint Joosland (Nieuwland) en zaterdag in Hansweert.

Het ging redelijk. In Nieuwland was er al heel snel een groepje weg. Ik zag het aan en had me vooraf al bedacht dat ik vanavond maar één missie had, het peloton blijven volgen. Dat ging prima, tot de laatste 2 ronden. Toen het op de dijkjes een paar keer op de kant ging was het flink krabbelen om bij te blijven. Het lukte en uiteindelijk kon ik nog als 18e finishen.

Hansweert was een ander geval. In die ronde zit de beruchte klim van de Zeedijk. Ja, een Limburger lacht hier snoeihard om, maar wanneer je daar 30 keer overheen moet piep je wel anders. Nou ben ik 15 kilo afgevallen in het afgelopen jaar, maar ik moet er nog steeds ruim 80 naar boven sjouwen. Als je dan sommige smalle dennetjes op hun fiets ziet zitten, dan bekruipt mij toch een lichtelijke jaloersheid.

Het ging gelukkig een flink stuk beter dan in Nieuwland. Ik kon makkelijker m’n neus voorin laten zien en bergop kon ik in het zadel omhoog. Ja oké, denk niet dat ik daar op een hartslag van 60 procent van m’n max aan het trappen ben. Nee, het is bijna heel de koers tussen de 85 en 95 procent van je maximale hartslag. En dat een uur lang.

Soms gaat het er zelfs zo hard aantoe dat je denkt dat de top van de zeedijk van Hansweert boven de sneeuwgrens ligt. Ik zag ze toch echt vallen voor m’n ogen! Of waren die vlokken nou zwarte sneeuw?

Drie ronden voor het einde zat ik nog een moment zo “fris” dat ik zelfs nog dacht aan demarreren. Oké, het bleef bij die gedachte, maar ik weet dat dit een teken is dat er al meer inzit. Meezitten met een groepje komt nog wel. En dan is het toewerken naar m’n subdoelen. Eerst top 10, dan top 5, podium en uiteindelijk winnen. Met nog twee wedstrijden dit seizoen gaat dat allemaal niet meer lukken. Ach, het is in ieder geval een mooie aanleiding om ook volgend jaar door te koersen, want ja, die beslissing heb ik de laatste week genomen. Ook volgend jaar ga ik wedstrijden rijden en kijken wat er nog uit m’n wielercarrière is te halen.

foto: Carlo van den Bosch

foto: Carlo van den Bosch

Ps: Iedereen vraagt of er een groot verschil zit in rijden tussen SP’s en D’s. Ja, dat is er zeker! Bij de D’s is het tempo constanter maar wordt het vaker op een lint getrokken. Grootste verschil is de stuurmanskunst. Bij de D’s wordt meer ruimte gegeven in de bochten en wordt er niet afgesneden. Voor mij was dat echt een grote verademing.

VIDEO: In het SP-peloton

Jawel hoor! Die rechtse met die dikke rooie Riedam kont (www.riedam.nl), dat ben ik! Het zijn beelden geschoten tijdens de Ronde van Kloosterzande halverwege juni. In het filmpje kom ik een aantal keer voorbij geflitst. Maakster is Kirstie James. Een Nieuw-Zeelandse renster die regelmatig in het SP-peloton meerijdt, maar ook wedstrijden rijdt in het profpeloton.

Het filmpje is niet heel lang, maar geeft toch een heel goed beeld hoe het er aan toe gaat. Met z’n drieën door de bocht, het iedere keer weer aanzetten en dan ook het stoeien voor posities. Bedankt Kirstie James! Mooi!

Ik heb hier ook een GoPro-camera liggen en zal ‘m er dan binnenkort toch eens aan gaan schroeven. Het geeft zo’n mooi beeld van de wedstrijd.

kloosterzande

Heus(den) niet

“Nee! Het ga niet door. De seingevers zijn niet op komen dagen. En zonder die mannen, geen koers.” Hij draait zijn hoofd weg en neemt een nip van z'n tas koffie. Hier kan ik het dus mee doen. De WAOD wielerwedstrijd van Heusden gaat dus echt niet door. Voor Piet Snot ruim een uur in de auto gezeten. En we moeten nog terug ook.

Bij het binnenrijden van Heusden was het al zo akelig stil. Normaal zie je wel ergens een coureur rijden of een auto met 'n wielerfiets erop. Nu nergens. Bij het binnenrijden had ik nog hoop, want de bordjes verboden te parkeren stonden keurig klaar langs de weg. Wie ooit naar Belgische koers is geweest, weet dan, we zitten goed. Maar nu? Waar zijn de dranghekkens?

We parkeren de auto naast café Picasso. Ik stap uit en loop naar een mevrouw die een shirt aan heeft van de plaatselijke taverne. “Waar kan ik inschrijven?” roep ik nog moedig tegen haar. “Het is afgelast. Vraag binnen maar waarom.”

Binnen bij Picasso wordt er niet minder om gedronken. De toog staat vol met potten Jupiler. Toch proef ik hier een gespannen sfeertje. Het is geen ruzie, maar er vliegen wat boze blikken over en weer. Aan de ene kant van het café zit de plaatselijke organisatie. Ze bevestigen het verhaal over te weinig seingevers. Zonder hen geen koers, maar wat is hier dan misgelopen? Voor dat antwoord moet ik volgens de plaatselijke leiders naar de andere kant van het café. Daar zitten 3 mannen en een dame aan tafel. Door overhemden en emblemen zie ik dat ik te maken heb met de overkoepelende organisatie WAOD. Ik word alleen geen steek wijzer. We hebben met mensen te maken waar ik ook zeker geen woord excuus van hoef te verwachten. “Seingevers… komen niet… geen koers.” Het was ze niet in het verstand gekomen om het toch nog iets op de website te zetten. Wat een vertoning. En ik zit verdomme met een lijf waar de kookwekker zo van afloopt. Koersen!

Een wedstrijdje is niet iets waar je op het laatste moment pas aan denkt. Een paar dagen van te voren wordt er wat rustiger getraind, om je lichaam rust te geven voor de wedstrijd. Een dag van te voren begin je met stapelen. Het is vooral koolhydraatrijk eten wat je tot je neemt, want ieder beetje kan je goed gebruiken tijdens de koers. Veel water op de dag zelf, nog een banaantje en dan dus niks. Het is of er een gillende kookwekker afgaat. “Joehoe! We kunnen! Gassen op die trappers! Tring! Triiiiiiing! Ik ben er klaar voor!” Maar er gebeurt dus niks. Frustrerend!

Wanneer we het café uitlopen stap ik nog een keer naar de vrouw in het rode shirt die ik als eerste zag. Ze begint te vertellen dat een paar uur voor de koers de onenigheid uitbrak over de vergoeding van seingevers. Een ruzie tussen plaatselijke organisatie, WAOD en seingevers. Het kwam neer op 40 die te weinig was betaald voor de mannen die de weg afzetten. Niemand trok z'n portemonnee waardoor de seingevers vertrokken. 40 euro! Waar hebben we het over?

Wij vertrekken. Net als die tientallen coureurs die hier graag hadden willen rijden. Ik heb geen idee of ik ooit nog een koers bij deze bond ga rijden. ma dit debacle. Wat een wanvertoning. Wat een trieste organisatie. Maar het ergste, ik heb m'n trouwste supporters moeten teleurstellen. M'n pa en ma waren voor niks meegereisd. Dzjuu toch!

20140817-212207-76927504.jpg

Daar gaan we weer

Na bijna een maand zonder wedstrijden is het weer tijd voor koers! Eindelijk weer olie op de benen en de veiligheidsspelden door het rugnummer spiesen. Wedstrijden zijn toch een verslaving aan het worden. De spanning, de adrenaline die door het peloton giert, ik heb het verdomd gemist. Morgen gebeurt het gelukkig weer!

Na de Ronde van Heinkenszand was m'n lichaam ook wel toe aan wat rust. M'n ochtendpols was telkens te hoog en dat is een duidelijk signaal dat je niet meer hersteld na een inspanning. Normaal schommelt die van mij tussen de 43 (in hele goede vorm) en de 45, maar de week voor Heinkenszand ging die niet meer lager dan 48. Ik heb dit één keer meer meegemaakt en dat was een voorbode van een paar dagen griep. Dit volkomen negeren was niet verstandig dus zat er maar één ding op. Rust!

Nu dacht ik eigenlijk dat ik na een paar dagen niks doen wel volledig was hersteld. Toen ik echter na een paar dagen weer begon met wat hardlopen ging ik keihard door m'n rug. Ik werd ineens weer een roteind teruggeworpen. Volgens mij een signaal dat m'n lichaam nog niet was uitgerust en dat ik me toch nog langer koest moest houden.

Gelukkig was het met een kleine week algemene rust -en fysio- weer hersteld. De trainingen konden weer starten.

We zijn nu ruim drie weken verder en m'n lichaam is weer klaar voor de strijd. Na flink wat pittige trainingen wil ik weten waar ik sta en aangezien er deze week geen uitdagingen zijn in het Zeeuwse trek ik morgen over de grens naar Heusden. Het is een klein dorpje vlakbij Gent waar een wedstrijd wordt georganiseerd die redelijk in mijn straatje past. Het zal waarschijnlijk wel iets te hard gaan, maar ik hoop wat koershardheid op te doen voor de volgende weken. Er staan dan mooie wedstrijden op het programma in Nieuw- en Sint Joosland, Hansweert en bijvoorbeeld Calfven. Maar eerste morgen naar Vlaanderen. Voor het eerst in een Belgisch peloton. Koers!