Boeketje

romana

“Welkom dames en heren op deze zonnige paasdag van 2002.” Vanuit het café aan de andere kant van de straat schalt het eerste live-commentaar van Michel Wuyts onze kant op. De wielerliefhebbers thuis kunnen vanaf nu meegenieten. Wij zijn er, met m’n vader en een aantal wielervrienden, al heel de dag live bij. Dit is onze derde tussenstop van vandaag, Taberna Romana aan het einde van de Paddestraat.

Het is een prachtig punt om te staan. Niet dat het hier belangrijk gaat worden, want er is nog bijna 100 kilometer te rijden. Maar Taberna Romana is een ontmoetingspunt van veel wielervolgers in de ronde. Een mierennest van honderden wieleridioten vanover de hele wereld.

In de verte klinkt de tune van Rodania. Het teken dat de renners er aankomen en mij iedere keer weer kippevel geeft. Een laatste slok van ons drankje en positie innemen. De laatkomers die nu nog komen aangewandeld zijn gedwongen op de tweede rij plaats te nemen. Eigen schuld, dikke bult. En nee, ik ga niet voor een oma met kleinkind aan de kant. Dan had je maar eerder moeten zijn.

Lees verder >>

Dit stuk verscheen op De Zeeuwse Waaier. De blog voor en door Zeeuwse wielerfanaten.

Bedankt stoere Trekkie

desuperklassieker

Als een stoere bink sta jij al vier jaar naar me te lachen. “Zullen we?” Het moment is echter aangebroken dat onze wegen gaan scheiden. Jij krijgt een nieuw baasje. Ik een nieuwe stier.

In het begin was het aftasten, zoals bij iedere relatie. Na jaren niet meer te hebben gefietst moest ik kijken hoe het ook alweer moest. De eerste rondjes door de polder werden iedere week wat groter, om al na een paar maanden eens buiten de provincie te kijken. De landsgrenzen werden opgezocht. We konden echt gaan toeren.

Ik weet nog hoe we als eerste echte bergje de Daalhemmerweg in Limburg beklommen. Wat ging dat soepel! Iedere trap die ik je gaf zette jij om in meters vooruitgang. De Bemelerberg, een paar minuten later, was ook al geen probleem. “Dit is een perfect stel hoor!”

Maar zoals in iedere relatie wordt je soms wat overmoedig. Na een paar aardige heuveltjes dacht baasje dat wij alles konden doorstaan. Bij het binnen rijden van Wahwiller wist ik nog wel wel een prachtige afsluiter. De 18% steile Kruisberg. Jij stuurde nog verstandig naar een vlakke route terug naar Valkenburg. Maar ik was dwars.

Na een flauw gedeelte werd het na 300 meter pas echt steil. Van 2 meter vooruitgang naar 1,5 meter. En van 1,5 meter naar… wel verdomme, je kon geen tandje meer kleiner. Het trappen werd stoempen, het stoempen werd letterlijk uit de pedalen. Daar stonden we dan. Ik hijgend als een paard. Jij met je hoorns de lucht in te wachten tot we verder konden. Op dat moment kon ik je – zoals Bjarne Riis in 1997 deed – in de greppel dumpen. Jij vuile kutfiets!

Gelukkig was dat één van de slechtste momenten in onze relatie. Zeker ook omdat ik je na een bezoek aan de smid je wat extra tandjes had gegeven. Bergop konden we toen alles aan. De Muur, Koppenberg, Keutenberg, wat hebben we mooie puisten samen bedwongen. Zelfs het summum van het wielrennen, de kasseistroken van Noord-Frankrijk, kon ons niet breken.

Als een rodeostier bokte jij over de kinderkopjes van het Carrefour de l’Arbre. Het leek erop of je me er ieder moment af zou gooien. Geconcentreerd hield ik je bij de hoorns wat mij de meest idote blaren op mijn handen opleverde.

Lieve Trekkie, onze wegen gaan elkaar zeer binnenkort scheiden. Ik heb een nieuwe stier gekocht en jij zal spoedig een andere berijder krijgen. Ik weet zeker dat die ook weer prima voor je gaat zorgen. Misschien laat hij je nog eens de Alpe d’Huez zien of een andere Franse reus. Het is een ervaring die je nooit meer zal vergeten. En anders kom je bij iemand waar de liefde nog maar pril is. Jij, met zoveel ervaring, kan zo iemand perfect laten zien hoe mooi het is om door de akkers te vliegen. Maat, het ga je goed. De herinneringen tussen ons zullen bij mij nooit verdwijnen.