Niet van een vreemde

patrijzenjachtvader
Zie je die man daar rechts zenuwachtig aan z’n sokken trekken? Hij draagt het allermooiste shirt van de heren die klaar staan voor de start. Nou, dat is ‘m hoor, dat is mijn vader vlak voor het begin van de Patrijzenjacht van 1960 of 61. Een wedstrijd die ook wel bekend staat als de Ronde van Colijnsplaat. En laat ik die wedstrijd nou morgen ook rijden.

Zo vader, zo zoon, maar nog niet qua uitslagen, want mijn vader was een niet onverdienstelijk coureur. Op het palmares van Rinus Rijk redelijk wat podiumplekken. Als nieuweling en junior koerste hij veel wedstrijden in Zeeland en daarbuiten. Regelmatig deed hij dan ook mee aan wedstrijden in België. De verhalen van die koersen vind ik prachtig. Vaak reed pa op zaterdag al richting d’n overkant. Met de pont van Hoedekenskerke naar Terneuzen en dan ergens blijven slapen bij een vriendje die coureur was. Op zondagochtend moest hij dan vroeg uit de veren, want voor de roomse koersen moest je eerst naar de kerk. Met je klikpedalen over de tegelvloer een hostie halen, een wees gegroet van meneer pastoor en dan op volle snelheid naar een Belgisch dorp voor een kermiskoers. Wat een leven als 17-jarig ventje!

Heel lang heeft m’n vader niet gereden. Na twee jaar bij de jeugd moest hij in militaire dienst. Jammer, maar het is prachtig hoeveel verhalen hij er aan over heeft gehouden. Zo was deze Patrijzenjacht op de foto het clubkampioenschap van wielervereniging Middelkamp. Pa reed die dag niet op het podium. Dit mede omdat hij na een gewonnen tussensprint pardoes de greppel werd ingeduwd. Dies Kosten had de sprint moeten winnen en was er niet van gediend dat het plannetje in duigen viel.

Gelukkig zijn er morgen geen tussensprints om ruzie over te maken. Ik heb hopelijk na morgen wel weer een mooi verhaal om bij te schrijven aan m’n wielercarrière.

Weer 3e

ovezande11
Voor de tweede keer op het podium. Voor de tweede keer derde. In Wissenkerke had ik een mazzeltje door een valpartij in de laatste bocht. Nu, in Ovezande, deed ik het volledig op eigen kracht. Een mooie derde stek, maar hij smaakt toch een tikje zurig. Er had misschien meer ingezeten.

Het is nog 2 kilometer voor de finish en alles is nog compleet. Verschillende keren heb ik geprobeerd om met een groepje weg te rijden. Zonder resultaat. Nu gaat het tot een sprint komen, of… Ik ken het rondje op m’n duimpje en weet dat wegkomen in de laatste kilometer hier mogelijk is. Dat punt nadert snel en ik probeer me dan ook een beetje naar voren te worstelen. Naast me zit Jan de Muynck die ik al ontzettend lang ken. Hij geeft aan dat hij het nog gaat proberen. Ik denk er geen seconde over na en duik in zijn wiel. We rijden naar de rechterkant van de smalle weg en worden net opgehouden door een rood BMC-shirt. Hij rijdt niet heel hard, maar wil toch snel vooraan zitten. Dzjuu. Ik raak ingesloten en die laatste kilometer komt eraan. En dan valt het stil, het valt potverdorie stil. Verdomme! Ik kan hier niet weg. Ingesloten, op 1 kilometer. Ik kijk naar voren en zie het rode shirt van BMC er vandoor gaan. “Dat had ik verdorie willen zijn!” Wat nu? Rust! Rustig! Gelukkig komt het peloton weer op snelheid en ik zit met een paar trappen in vierde positie. M’n benen voelen donders goed aan en ik overweeg een jump naar de leider. Die gozer rijdt op zo’n 80 meter voor de groep en mijn hart zegt dat ik het dicht kan rijden. M’n kop zegt iets anders… wachten! “Wachten Mark!” Dat doe ik dan maar. De snelheid wordt een paar seconden later opgezwiept en de voorbereiding van de sprint is begonnen. Ik pak een wiel van iemand die ik niet ken. Wat komt er nog vanaf achter?

We draaien de laatste bocht in. Een man in een wit shirt en witte broek komt langs. Ik heb ‘m al heel de dag met een loeizware versnelling zien rijden. Ik gok dat hij wel kan sprinten. Hup! In zijn wiel! Ik zit daar nog maar net of hij gaat staan en rijdt voorbij de twee renners vooraan het peloton. Het is nog 200 meter en het lijkt of hij doorgaat tot de finish. Nou, dan moet ik ook…. GAAAAN!!!

In de laatste meters denk je helemaal nergens meer aan en is het giga stampen op de pedalen. M’n bovenbenen ontploffen echter op 50 meter voor de finish en ik moet zittend verder. Oef… 3e. Bijna word ik op de streep nog gepasseerd door Jurgen Soffers. De laatste 10 meter stop ik met trappen omdat ik er denk te zijn. Maar Jurgen komt nog loeihard langszij. Niet meer doen Mark!

Ik merk dat ik iedere koers beter word. De wedstrijd lezen lukt me steeds beter, alleen moet de finale nog écht een stuk verbeteren. Iedere kleine fout wordt meteen afgestraft en dat was nu ook weer te zien.

Door de tweede derde plek komt nu ook m’n promotie naar de D-categorie dichterbij. Op dit moment staan er 20 punten achter m’n naam en bij 30 moet ik een stapje hoger doen. Ik wil niks liever om dat zo snel mogelijk te halen. Één overwinning, of bijvoorbeeld nog twee keer een 3e stek, en ik heb dat gehaald.

Voor mijn gevoel ben ik er bijna klaar voor, maar ik zou verdomd graag afscheid willen nemen met een overwinnig. Vanavond (yes, op maandag) eerst de Boekweitronde in Zuiddorpe. Koersen!!

ovezande12foto’s: Carlo van den Bosch

Teamgenoot

oudelande1

“Als je hier aan de kant gaat en je dendert als eerste de laatste bocht in dan win je. Zeker weten!” Andre en ik zijn het erover eens, voor de finale is dit de beste tactiek. André, is mijn teammaat. Heel het seizoen moest ik het alleen doen voor team Riedam, maar vandaag is dat anders. André Snoeck heeft een aantal jaren gekoerst bij de SP’s en vaak met goede resultaten. Top tien plekken en een aantal keer podium. Maar winnen lukte hem nooit. Andre doet mee om mij te helpen aan een goede klassering, zegt hij, maar ik hoop dat we samen voor het beste gaan. De bespreking is gedaan, we kunnen rijden!

Het gaat vanaf de eerste meters keihard. Er zijn vluchtpogingen, maar allemaal zonder resultaat. Achter iedere uitvalspoging dendert de groep achteraan. Ik steek een paar keer mijn neus door het venster, maar het heeft geen zin. Dan is er ook nog de finishpassage door Oudelande. In de laatste 300 meter tot de streep liggen er 3 versmallingen, een bocht en de laatste rechte lijn is een zig-zag straat met paaltjes. Het is een prachtig rondje, maar dit soort dingen begrijp ik als nieuwe renner niet. Waarom moet het toch zo gevaarlijk? Als het mis gaat, dan gaat het goed mis. Oké, de streep midden in het dorp is hartstikke leuk voor het publiek, maar wanneer het niet anders kan is vlak buiten het dorp toch ook geen drama? In Rilland, Wissenkerke en Oude-Tonge was het eigenlijk hetzelfde. Allemaal hele gevaarlijke aankomsten. Maar goed, we moeten het er maar meedoen. André en ik hebben er zelfs onze tactiek op aangepast. Die allerlaatste bocht, daar draait het om.

Lees verder