In een spekglad Kruiningen

kruiningen02
4e. Weer net naast het podium, maar teleurgesteld? Nee. Heel de koers van voren gereden en in de sprint was dit het maximale. Oké, ik had misschien een plekje voor me aan de sprint moeten beginnen, maar harder kon ik niet.

De Ronde van Kruiningen was een vreemde koers. Het startschot had nog maar net geklonken of daar vielen de eerste druppels. Een gemopper steeg op uit het peloton. Niet van mijn kant. In Oude-Tonge had ik al in de regen gereden. Oké, het liep slecht af met een valpartij, maar daardoor had ik veel meer ervaring dan een boel andere renners.

Een kwartier voor de koers had ik de buienradar gecheckt met een verwachting dat er negentig procent kwans was op regen binnen nu en een half uur. Ondanks dat er nog geen druppel was gevallen gokte ik erop. In m’n tubes zat 7,3 bar, maar die heb ik verlaagd naar 6,7 bar. Dat geeft een boel extra grip in de regen en vooral in de bochten met al die gladde klinkers.

Je zal verwachten dat iedereen het dan een tandje rustiger aan gaat doen in de regen. Neen! Een aantal mannen gaven er zelfs nog eens een extra lap op. Voor mij het teken om direct naar voren te schuiven. Weg van plek 6 à 7, maar direct op plek 2 tot en met 4. Wanneer het zo giet moet je alle putdeksels vermijden, blijf je in de bocht van je voorrem af en laat je in een bocht werkelijk niemand aan de binnenkant van je zitten. Wanneer die persoon op z’n bek gaat, ga je keihard mee. Dat wil je zeker niet!

De rappe mannen hebben nog maar net extra aangezet en jawel… BAM! Een vallende fiets net achter me. Het is zo’n herkenbaar geluid en je hoopt alleen maar dat jij op dat moment niet de veroorzaker bent van deze sound. Het klinkt misschien hard, maar dat is nou eenmaal koers. Na de wedstrijd zoek ik gewonde renners graag even op, maar tijdens de wedstrijd denk ik daar niet aan. Ik weet zelfs dat sommige denken, “weer een concurrent minder”, maar dat gaat mij te ver. Deze renners hebben het in de Ronde van Kruiningen wel prima naar hun zin, want in bijna iedere bocht is het raak. De Zeeuwse fietsenmakers hebben wat te doen de komende week en de Kruiningse EHBO heeft oefenledematen genoeg. Is er nog verband?

Uiteindelijk gaan we met 15 man sprinten voor de overwinning. Het is dringen in de laatste scherpe bocht, maar omdat ik aan de binnenkant van twee renners zit kom ik prima in 5e wiel de laatste lijn op. Ik weet dat ik zolang mogelijk moet blijven zitten, omdat het nog wat oploopt. Dat lukt en op 150 meter vlieg ik nummer 3 en 4 voorbij. Het gat tussen 1 en 2 is echter al veels te groot en ik moet blij zijn met 3…. tot daar in de laatste 80 meter iemand komt opzetten en zelfs nog wint. Geen bloemen, maar ach… ik merk dat het met iedere wedstrijd beter gaat. Hopelijk een podiumplek binnenkort en anders zoek ik naar nieuwe uitdagingen. Het wordt tijd om het een trede hoger te gaan zetten.

foto’s: Jacco Quist (Dank!)

kruiningen01

“Hoeveel train je nou eigenlijk?”

schaduw
Die vraag wordt me de laatste tijd erg vaak gesteld. Nou, per week zit ik gemiddeld zo’n 9 uur op de fiets. In een volle trainingsweek zo’n 10 à 11 uur. Dan loop ik iedere week nog zeker één keer hard en doe ik drie keer per week nog een half uur oefeningen. M’n fiets moet ook schoon. Da’s ook weer een uur in de week. Gemiddeld ben ik zo’n 12 uur per week met deze hobby bezig.

“Waar haal je de tijd vandaan?” Da’s dan vaak de vervolgvraag. Nou, m’n leventje is sinds november aardig veranderd, maar het geheim zit ‘m in het plannen. In het weekend kijk ik wanneer m’n trainingen af te werken. En da’s niet altijd even handig met een werkrooster waar nooit regelmaat in zit. Dan weer van 7 uur ’s morgens tot half 4 ’s middags en de volgende dag van 3 uur in de middag tot middernacht. Het komt wel eens voor dat ik om 07:00 uur ’s ochtends al op de fiets zit. En deze winter heb ik flink wat kilometers in het donker afgelegd.

Oké, we hebben geen kinderen, dus meer tijd, maar een avond voor de tv? Dat gebeurt nog maar sporadisch. Na het werk eerst even rust? Nee! Traningskleren aan en gaan! Gelukkig werkt Jes ook onregelmatig waardoor ik veel trainingen kan doen wanneer zij op het werk is.

Maar echt, de tijd is het dubbel en dwars waard. Sinds ik begin november met dit “project” bezig ben, is mijn conditie niet alleen verbeterd, ik ben ook vitaler geworden. Sommige dingen gaan net een stuk beter en daar profiteer ik op m’n werk ook van. Het leven van een fanatiek sporter is heerlijk en dat ga ik de komende tijd nog volhouden.

LEES OOK:
150 km Omloop van Vlaanderen
PERSBERICHT

Ziek

ziek
Paniek. Pa-NIEK! Afgelopen maandagochtend, iets voor vieren. Een rommelende maag en een dikke keel. Het zal toch niet hè? Met hoge snelheid vlieg ik de trap af om het toilet nog te halen. M’n maag pompt alsof het m’n hartslag betreft. Woesj. Fuck! Ziek. En als bonus ook nog een paar graden koorts.

Nadat de eerst grote golf eruit is baal ik als een stier. De training van vandaag kan ik op m’n buik schrijven en die van morgen en overmorgen gaan het natuurlijk ook niet worden. Daar gaat mijn opgebouwde top-conditie. Wekenlang heb ik er mijn uiterste best voor gedaan en in één nacht is het weg. Dzjuu!

Tuurlijk, qua timing kan het slechter. Eind maart of begin april zou een drama zijn, zo vlak voor de eerste koersen. Nu, zo’n acht weken voor het begin van het seizoen, is er nog voldoende tijd om te herstellen, maar voordeel gaat het zeker niet opleveren. Dan maar eens de boeken er op naslaan. Wat voor advies geven de experts?

Rust, rustig, op het gemak. Ze zijn het er allemaal over eens dat rust het enige advies is. Er mag de komende 4 a 5 dagen niet worden gesport. Letterlijk staat er dat iedere dag met koorts het niet-fietsen met 1 dag verlengt. Dus, heb je 2 dagen koorts, dan 4 dagen rust. Bij 3 dagen 6.

Lees verder

License to race

licentie
Het belangrijkste pasje is binnen. Mijn ‘license to race’ zit veilig in mijn portemonnee. Een jaar lang mag ik meedoen aan ruim 30 wedstrijden bij de wielerbond van Zeeland, de TMZ. Nu is zo’n pasje maar een stuk plastic, maar het is voor mij toch een gevoel of ik me langzaam coureur mag gaan noemen. Beetje bij beetje hoor ik bij de club.

Licentie, het klinkt ook zo stoer. Het is net of je eerst de hoogste berg moet beklimmen om er één te krijgen. Zeg maar eens rijbewijs hardop. Dat straalt toch niks uit? Licentie, licentie, licentie… of de koningin ‘m persoonlijk aan je heeft overhandigd. Bij gratie verleend, hierbij uw licentie. Ach ja, voor 30 euro en een pasfoto kan jij ‘m ook halen, maar weet waar je aan begint.

Tijdens toertochten wordt wel eens de vraag gesteld. “Zeg, heb jij een licentie?” Wanneer deze vraag met ja wordt beantwoord dan weet je dat je met een wedstrijdrijder hebt te maken. Achter zo’n renner een beklimming oprijden is geen schande. Naast hem naar boven rijden is knap. En zo’n vent uit het wiel rijden geeft helemaal euforie. “Ree ik verdomme toch een licentiehouder uit het wiel!” Één probleem, ik heb het komende jaar op dit gebied niks meer te winnen. Iedereen zal mij uit het wiel uit willen rijden tijdens een trainingstochtje, “heb jij nou een licentie?”

Het duurt echter nog even voor ik mijn licentie mag tonen, want pas op 5 april begint het wielerseizoen. Dat is dus nog twee-en-een-halve-maand! Ik begin echter ongeduldig te worden en wil het liefst vandaag nog een rugnummer opspelden. Eindelijk wil ik resultaat zien van die vele trainingen van de laatste weken. Oké, er zijn in maart nog een paar trainingswedstrijdjes, maar da’s ook niet voor het eggie.

Lees verder

Wielrenners die lopen

hardloopschoenen
Het zijn er nogal wat in de eerste maanden van deze winter. Het is ’s avonds al vroeg donker en de wegen kunnen door het onstuimige weer gevaarlijk zijn. Vooral de polderwegen, die juist nu in de oogsttijd, bezaait liggen met modderbulten. Een glijpartij op je racefiets is zo gemaakt!

Een wielrenner zoekt alternatieven. Ik dus ook. Hardloopschoenen aan en gaan. Een paar weken geleden ben ik dan ook maar eens rustig begonnen met een paar kilometer. De snelheid is sindsdien flink verhoogt en de route wordt alsmaar groter.

Alleen, ik merk dat er wel een doel moet zijn. Daarom heb ik me eens verdiept in de Zeeuwse hardloopkalender. Mosselloop, Tankloop, Zakloop, de agenda staat barstensvol met prachtige lopen in de herfstmaanden. De allemooiste? De Hobbeldebobbelloop. Een wedstijd met zo’n naam, daar wil je toch direct aan meedoen? Alleen, 10 kilometer heuvel op, heuvel af, is iets te veel voor deze beginnende loper. De Zakloop op 23 november, dat wordt het einddoel!

De Zakloop is een hardloopwedstrijd over 7,5 kilometer in en rond Nisse. Het is 1 van de populairste lopen in het najaar. Vorig jaar deden er ruim 700 deelnemers mee. Een record! Veel Bevelandse dijken, een klein stuk onverhard, maar vooral veel asfalt. Kijk, dat is iets waar ik binnen 4 weken naartoe kan trainen.

Om niet helemaal blanco in Nisse aan de start te staan wil ik wel ergens wat ervaring opdoen. De Mosselloop in Burgh-Haamstede is geen ideaal parcours, met vooral onverharde paden, maar het is met 8 kilometer wel een ideale afstand als voorbereiding. Aanstaande zaterdag mijn eerste stappen in de Zeeuwse atletiekwereld.

Het is een tikkeltje vreemde start voor iemand die graag mee wil doen tijdens wielerwedstrijden, alleen ik merk dat mijn conditie er snel op vooruit gaat. In nogal wat trainingsboeken staat dat lopen de fietskwaliteiten niet bevordert. Ach, helpt het niet, dan is dit in ieder geval een leuke manier om de eerste donkere maanden door te komen. Op naar de Mosselloop!

Gelukkig nieuwjaar!

1 november, zo’n datum die mensen niks zegt. In België vieren ze Allerheiligen, maar hier? Voor mij ligt dat vandaag anders anders. Deze datum stond al enige tijd in mijn agenda, want vandaag ben ik begonnen aan een nieuw jaar. Denk nu niet dat ik het groots heb gevierd hoor, want champagne of vuurwerk kwam er zeker niet aan te pas. Nee, het was een klein feestje. In mijn uppie heb ik het gevierd voor de afgebladderde tuinpoort van ons huis. Bij het beklimmen van mijn wielerros is namelijk het wielerseizoen 2014 begonnen. Een lange weg van voorbereiding naar mijn eerste wedstrijd in het voorjaar.

Na die paar wielerkoersen (1,2,3) van afgelopen jaar was ik verkocht. Het passieve wielervirus had mij al vanaf m’n vijfde jaar in de greep. Nu is het ook het actieve virus wat in mijn aderen stroomt. Ik moest niet lang nadenken wat ik in 2014 wilde gaan doen. Koersen. Meer koersen! En wel vanaf het begin. Zo kan ik heel het jaar aan wedstrijden meedoen en verder komen dan alleen maar meerijden zoals het afgelopen jaar. Ik wil wel eens zien hoever ik kan komen, wanneer ik meer en gerichter ga trainen. Dan moet ik toch eens een keer podium rijden bij de SP’s?

Sommigen zullen denken. november Mark, dat is toch wel wat vroeg. Nou, dat is het misschien ook wel. De profs, maar ook andere wedstrijdrijders, beginnen rustig te trainen vanaf begin december. Voor mij zal het dan ook pas écht beginnen, maar deze november maand wil ik me vooral voorbereiden. Er is lichamelijk nog wat bij te schroeven. Nou ja, zeg liever wat af te schroeven. Het aantal kilootjes moet naar beneden en dan is vroeg beginnen een voorsprong.

En een voorsprong kan ik wel gebruiken in deze ontdekkingstocht. In de afgelopen maanden heb ik al meerdere trainingsboeken doorgeploeterd om kennis op te doen. Maar wat spreken die elkaar tegen. Ik hou er dan ook rekening mee dat het niet allemaal van een leien dakje zal gaan. Dit jaar wordt een ontdekkingstocht langs mooie, en misschien/waarschijnlijk ook, minder mooi wielerwegen. En dat deel ik graag met jullie. Proost! Op een gelukkig nieuwjaar.

De nasleep van de val

Wonden

BAM! “M’n fiets! Waar is m’n fiets?” Het is mijn eerste reactie na de val in de Ronde van Kortgene. Zo snel mogelijk moet ik er weer op. Misschien kan ik nog bij de groep komen? Na een steek in m’n zij was het m’n verstand wat won. “Maandag gewoon weer werken jongen.”

Fanatiek. Retefanatiek ben ik de laatste maanden. Trainingen sla ik niet over en ik probeer zoveel mogelijk van anderen te leren. “Je moet snel weer een rondje gaan rijden, anders worden je spieren stijf.” Nou, oké dan. Ik ben na de val op de fiets naar huis gereden en heb de dag erna ook een tochtje gedaan. De schaafwond op m’n knie was nog het pijnlijkste. Maar ach, als dat de pijn is dan hoef ik me niet druk te maken voor een volgende val. Een paar dagen iets rustiger en ik kan weer knoerhard trainen.

Het is dinsdagmorgen en ik kom plots m’n bed niet meer uit. Wanneer ik m’n bovenlijf omhoog zet is het of er iemand een mes tussen m’n ribben zet. Lucht krijg ik niet meer. Als een vis op het droge. Hap, hap, hap.

Lees verder

Koers 2: Ronde van Kortgene

Copyright: Arnoud Lievensefoto: Arnoud Lievense

Geen bord spaghetti voor de koers. Nooit aan kop van het peloton. Na mijn eerste koers ging ik met een klein tasje ervaring naar mijn tweede wedstrijd in Kortgene. En niet alleen dat, want ik had me de afgelopen twee weken kapot getraind. Ik moest en zou hier nog beter aan de start verschijnen.

De tactiek van vandaag? Rust. Een ander mag het gat dichtrijden en zelf probeer ik zoveel mogelijk energie te sparen. Iedere keer wanneer ik krachtig aanzet verlies ik energie die op het einde misschien hard nodig is. Wieltjes plakken, dat moet het worden vandaag. Het is niet de wijze waarop ik vrienden maak, maar ik denk vooral aan mezelf. Uitrijden, ik moet toch in de buurt kunnen komen?

Start – 10 ronden – nog 28 km
We zijn vertrokken en meteen wordt er flink gesleurd over dit mooie parcours. Het is gevarieerd met op het einde 4 bochten en na de start een flink stuk over een dijk. Daar staat de nodige wind vanaf de linkerkant. In de verkenning had ik al door dat ik rechts moet zitten, omdat een stevige bries vanaf de linkerkant komt. Dat lukt het eerste rondje prima waardoor ik geen één zware trap maak in de wind.

Halverwege draaien we de dijk af vol de Dorpstraat in. Daar gaat het hard, erg hard. Het is er zeker niet ongevaarlijk door een paar obstakels aan de zijkant van de weg. Ook ligt de weg er slecht waardoor het stuiteren is. Inderdaad, met 50 km/pu over een een slecht stuk wegdek is niet fijn voor het onderstel, maar eraan denken moet je zeker niet doen. Kracht erop en gaan.

Lees verder

Ik wil koersen

tacx

Bijna twee maanden geleden heb ik de kogel definitief door de kerk gejaagd. Ik wil koersen! Een rugnummer op mijn shirt spelden, krom gebogen over het stuur liggen en de spanning van een wedstrijd meemaken. Mijn fietsmaat Martijn had me met zijn koersverhalen warm gemaakt. Het klonk allemaal zo mooi. Poëzie voor de wielerliefhebber. Dat wil ik ook! Maar ja, dan moest er toch nog flink wat gebeuren. Met die 2 a 3 trainingsrondjes per week ging ik het niet redden. En dan waren er nog een flink aantal hindernissen te nemen.

De grootste was stoppen met roken. Wat van te voren echter een col van buitencategorie leek was zo gepiept. Na een laserbehandeling, nu precies 8 weken geleden, heb ik geen peuk meer aangeraakt. Mijn conditie is daardoor de lucht ingevlogen. Eigenlijk al het grootste winstpunt van dit idee, maar daar haal je het nog niet mee. Ik was namelijk veel te dik. Naja, eigenlijk nog steeds voor iemand die wielrenner wil zijn, maar na 8 weken intensief trainen is er 8 kilo af. Het is een goed begin van wat hopelijk nog meer gaat worden.

En dan, trainen. Twee maanden geleden heb ik de hulp ingeroepen van Raoul Poortvliet. Niet alleen dorpsgenoot, maar ook de Zeeuwse criteriumkoning met drie overwinningen bij de Elite. Hij moet zeker weten hoe ik me goed zou kunnen voorbereiden op rondjes rond de kerk. Dat kan hij. Ik had me nooit voorgesteld om ooit nog eens 20 keer hetzelfde viaduct op te sprinten. Vol gas naar boven, rustig naar beneden, omdraaien, en dan vol aanzetten voor de volgende beklimming. Au!

Trainen deden we vanaf toen niet meer met wind mee. “Alleen hard trainen met tegenwind,” zei Raoul. Dus ging ik met bijna maximale hartslag tegen de wind in. Allemaal als doel om weerstand op te bouwen. Twee keer heb ik kostend over m’n stuur gehangen. Zo kapot zat ik. Maar in mijn achterhoofd hoopte ik dat het mijn prestatie alleen maar zou helpen. Allemaal voor die eerste koers op 5 juli.

Waar ga ik aan meedoen aanstaande vrijdag? Ik doe mee bij de SP-categorie van de Trimbelangen Midden-Zeeland. Ze noemen het de “wilde bond”, maar is een zeer gerespecteerde partner van de KNWU. De SP’s is een instapklasse. Dat klinkt laag, maar wanneer ik twee namen noem dan weet je direct dat het geen kattepis is. Als eerste rijdt Joannathan Duinkerke vaak mee. Hij was idd die jongen die meereed in het peloton tijdens de Giro. Maar dat niet alleen. Hij won vorig jaar nog goud op de Olympische Spelen voor aangepaste sporters. Wie er nog meer meedoet? Regelmatig is de beste Zeeuwse wielrenster Birgit Lavrijssen aan de start. Ze is full prof in België, rijdt veel koersen met Marianne Vos, maar dus ook bij de SP’s. Zegt dat al genoeg?

De SP-categorie is dan de instapklasse, ze rijden tijdens wedstrijden zo’n 37 kilometer per uur gemiddeld. De wedstrijden zijn maar 25 kilometer, maar het vliegt er vanaf het eerste moment keihard in. Afgelopen weekend reden ze tijdens de Ronde van Kruiningen zelfs 39 kilometer gemiddeld. Een record. Dat is geen kattepis voor jongens die dit voor hun hobby doen. En ik kom verdorie net kijken.

Ach ja, vandaag heb ik mijn laatste lange training gemaakt en ik lijk klaar te zijn voor aanstaande vrijdag. En nee, zeker niet voor de winst. Ik heb 8 weken alles gegeven om hopelijk in het peloton te kunnen blijven rijden. Meer verwachtingen mag ik niet hebben. Het wordt aanpikken, me het schompes rijden om aan te blijven haken., maar alleen daarvoor is het me allemaal waard geweest.

Dat het maar heel snel vrijdag 18:01 uur mag zijn. “Dames en heren. Welkom bij de Ronde van Heinkenszand!” Ik ga koersen!