Een stap hoger

foto: Cyclopics (Anco Bauer)

foto: Cyclopics (Anco Bauer)

Of je van groep 8 naar de eerste klas van de middelbare school gaat. Zo voelde ik me afgelopen weekend in m’n eerste wedstrijden in de D-categorie. Alle zekerheidjes zijn weggevallen. Het is of ik opnieuw een stukje territorium moet inpikken. En dat in een groep waar sommige coureurs al jaren rijden.

Yes, de D-categorie. Een stapje hoger, een paar tandjes sneller, maar vooral een flink stuk langer. Qua puntenaantal hoefde ik deze stap nog niet te nemen, maar ik wil me verbeteren. Inderdaad, het doel om een koers te winnen is nu plots een stuk verder weg, maar ik verdom het om me daar op blind te staren. Naar mijn gevoel leerde ik de laatse wedstrijden niet meer genoeg bij de SP’s, dus zat er maar één ding op. Op naar de D’s waar ik vrijdag mee reed in Nieuw- Sint Joosland (Nieuwland) en zaterdag in Hansweert.

Het ging redelijk. In Nieuwland was er al heel snel een groepje weg. Ik zag het aan en had me vooraf al bedacht dat ik vanavond maar één missie had, het peloton blijven volgen. Dat ging prima, tot de laatste 2 ronden. Toen het op de dijkjes een paar keer op de kant ging was het flink krabbelen om bij te blijven. Het lukte en uiteindelijk kon ik nog als 18e finishen.

Hansweert was een ander geval. In die ronde zit de beruchte klim van de Zeedijk. Ja, een Limburger lacht hier snoeihard om, maar wanneer je daar 30 keer overheen moet piep je wel anders. Nou ben ik 15 kilo afgevallen in het afgelopen jaar, maar ik moet er nog steeds ruim 80 naar boven sjouwen. Als je dan sommige smalle dennetjes op hun fiets ziet zitten, dan bekruipt mij toch een lichtelijke jaloersheid.

Het ging gelukkig een flink stuk beter dan in Nieuwland. Ik kon makkelijker m’n neus voorin laten zien en bergop kon ik in het zadel omhoog. Ja oké, denk niet dat ik daar op een hartslag van 60 procent van m’n max aan het trappen ben. Nee, het is bijna heel de koers tussen de 85 en 95 procent van je maximale hartslag. En dat een uur lang.

Soms gaat het er zelfs zo hard aantoe dat je denkt dat de top van de zeedijk van Hansweert boven de sneeuwgrens ligt. Ik zag ze toch echt vallen voor m’n ogen! Of waren die vlokken nou zwarte sneeuw?

Drie ronden voor het einde zat ik nog een moment zo “fris” dat ik zelfs nog dacht aan demarreren. Oké, het bleef bij die gedachte, maar ik weet dat dit een teken is dat er al meer inzit. Meezitten met een groepje komt nog wel. En dan is het toewerken naar m’n subdoelen. Eerst top 10, dan top 5, podium en uiteindelijk winnen. Met nog twee wedstrijden dit seizoen gaat dat allemaal niet meer lukken. Ach, het is in ieder geval een mooie aanleiding om ook volgend jaar door te koersen, want ja, die beslissing heb ik de laatste week genomen. Ook volgend jaar ga ik wedstrijden rijden en kijken wat er nog uit m’n wielercarrière is te halen.

foto: Carlo van den Bosch

foto: Carlo van den Bosch

Ps: Iedereen vraagt of er een groot verschil zit in rijden tussen SP’s en D’s. Ja, dat is er zeker! Bij de D’s is het tempo constanter maar wordt het vaker op een lint getrokken. Grootste verschil is de stuurmanskunst. Bij de D’s wordt meer ruimte gegeven in de bochten en wordt er niet afgesneden. Voor mij was dat echt een grote verademing.

VIDEO: In het SP-peloton

Jawel hoor! Die rechtse met die dikke rooie Riedam kont (www.riedam.nl), dat ben ik! Het zijn beelden geschoten tijdens de Ronde van Kloosterzande halverwege juni. In het filmpje kom ik een aantal keer voorbij geflitst. Maakster is Kirstie James. Een Nieuw-Zeelandse renster die regelmatig in het SP-peloton meerijdt, maar ook wedstrijden rijdt in het profpeloton.

Het filmpje is niet heel lang, maar geeft toch een heel goed beeld hoe het er aan toe gaat. Met z’n drieën door de bocht, het iedere keer weer aanzetten en dan ook het stoeien voor posities. Bedankt Kirstie James! Mooi!

Ik heb hier ook een GoPro-camera liggen en zal ‘m er dan binnenkort toch eens aan gaan schroeven. Het geeft zo’n mooi beeld van de wedstrijd.

kloosterzande

Heus(den) niet

“Nee! Het ga niet door. De seingevers zijn niet op komen dagen. En zonder die mannen, geen koers.” Hij draait zijn hoofd weg en neemt een nip van z'n tas koffie. Hier kan ik het dus mee doen. De WAOD wielerwedstrijd van Heusden gaat dus echt niet door. Voor Piet Snot ruim een uur in de auto gezeten. En we moeten nog terug ook.

Bij het binnenrijden van Heusden was het al zo akelig stil. Normaal zie je wel ergens een coureur rijden of een auto met 'n wielerfiets erop. Nu nergens. Bij het binnenrijden had ik nog hoop, want de bordjes verboden te parkeren stonden keurig klaar langs de weg. Wie ooit naar Belgische koers is geweest, weet dan, we zitten goed. Maar nu? Waar zijn de dranghekkens?

We parkeren de auto naast café Picasso. Ik stap uit en loop naar een mevrouw die een shirt aan heeft van de plaatselijke taverne. “Waar kan ik inschrijven?” roep ik nog moedig tegen haar. “Het is afgelast. Vraag binnen maar waarom.”

Binnen bij Picasso wordt er niet minder om gedronken. De toog staat vol met potten Jupiler. Toch proef ik hier een gespannen sfeertje. Het is geen ruzie, maar er vliegen wat boze blikken over en weer. Aan de ene kant van het café zit de plaatselijke organisatie. Ze bevestigen het verhaal over te weinig seingevers. Zonder hen geen koers, maar wat is hier dan misgelopen? Voor dat antwoord moet ik volgens de plaatselijke leiders naar de andere kant van het café. Daar zitten 3 mannen en een dame aan tafel. Door overhemden en emblemen zie ik dat ik te maken heb met de overkoepelende organisatie WAOD. Ik word alleen geen steek wijzer. We hebben met mensen te maken waar ik ook zeker geen woord excuus van hoef te verwachten. “Seingevers… komen niet… geen koers.” Het was ze niet in het verstand gekomen om het toch nog iets op de website te zetten. Wat een vertoning. En ik zit verdomme met een lijf waar de kookwekker zo van afloopt. Koersen!

Een wedstrijdje is niet iets waar je op het laatste moment pas aan denkt. Een paar dagen van te voren wordt er wat rustiger getraind, om je lichaam rust te geven voor de wedstrijd. Een dag van te voren begin je met stapelen. Het is vooral koolhydraatrijk eten wat je tot je neemt, want ieder beetje kan je goed gebruiken tijdens de koers. Veel water op de dag zelf, nog een banaantje en dan dus niks. Het is of er een gillende kookwekker afgaat. “Joehoe! We kunnen! Gassen op die trappers! Tring! Triiiiiiing! Ik ben er klaar voor!” Maar er gebeurt dus niks. Frustrerend!

Wanneer we het café uitlopen stap ik nog een keer naar de vrouw in het rode shirt die ik als eerste zag. Ze begint te vertellen dat een paar uur voor de koers de onenigheid uitbrak over de vergoeding van seingevers. Een ruzie tussen plaatselijke organisatie, WAOD en seingevers. Het kwam neer op 40 die te weinig was betaald voor de mannen die de weg afzetten. Niemand trok z'n portemonnee waardoor de seingevers vertrokken. 40 euro! Waar hebben we het over?

Wij vertrekken. Net als die tientallen coureurs die hier graag hadden willen rijden. Ik heb geen idee of ik ooit nog een koers bij deze bond ga rijden. ma dit debacle. Wat een wanvertoning. Wat een trieste organisatie. Maar het ergste, ik heb m'n trouwste supporters moeten teleurstellen. M'n pa en ma waren voor niks meegereisd. Dzjuu toch!

20140817-212207-76927504.jpg

De Ronde van Heinkenszand, een jaar later

hkz01
Na 6 ronden moest ik vorig jaar stoppen. Kotsend langs de kant, omdat ik me in een paar kilometer helemaal kapot had gereden. We zijn nu een jaar verder en het is een wereld van verschil. Ik weet vooraf al dat ik tijdens deze Ronde van Heinkenszand kan volgen. Sterker nog, ik doe mee voor de bovenste plaatsen. Zelf heb ik me top drie als doel gesteld, maar dan moet het wel meezitten.

Er zijn nog 2 ronden te rijden en er is iemand weg. Even een momentje van stil vallen in het peleton en en zoef, weg was hij. Niemand kent de renner en er wordt gedacht dat hij wel “terugwaait”. Het is een gedachte die soms wel eens hardop wordt uitgesproken, “Ach, die waait wel terug!”. Nou, deze renner stoempt lekker door. Wie is hij eigenlijk? Niemand weet het. Het is altijd een voordeel wanneer je onbekend bent. De krachten van een renner zijn niet bekend en daardoor krijg je regelmatig een vrijgeleide. Ik krijg de laatste wedstrijden maar bar weinig ruimte. M’n kont is nog maar gelicht of er zit al drie man achter me. Dzjuu! Erg frustrerend, maar ik zie het maar als een compliment.
Lees verder

Weer 3e

ovezande11
Voor de tweede keer op het podium. Voor de tweede keer derde. In Wissenkerke had ik een mazzeltje door een valpartij in de laatste bocht. Nu, in Ovezande, deed ik het volledig op eigen kracht. Een mooie derde stek, maar hij smaakt toch een tikje zurig. Er had misschien meer ingezeten.

Het is nog 2 kilometer voor de finish en alles is nog compleet. Verschillende keren heb ik geprobeerd om met een groepje weg te rijden. Zonder resultaat. Nu gaat het tot een sprint komen, of… Ik ken het rondje op m’n duimpje en weet dat wegkomen in de laatste kilometer hier mogelijk is. Dat punt nadert snel en ik probeer me dan ook een beetje naar voren te worstelen. Naast me zit Jan de Muynck die ik al ontzettend lang ken. Hij geeft aan dat hij het nog gaat proberen. Ik denk er geen seconde over na en duik in zijn wiel. We rijden naar de rechterkant van de smalle weg en worden net opgehouden door een rood BMC-shirt. Hij rijdt niet heel hard, maar wil toch snel vooraan zitten. Dzjuu. Ik raak ingesloten en die laatste kilometer komt eraan. En dan valt het stil, het valt potverdorie stil. Verdomme! Ik kan hier niet weg. Ingesloten, op 1 kilometer. Ik kijk naar voren en zie het rode shirt van BMC er vandoor gaan. “Dat had ik verdorie willen zijn!” Wat nu? Rust! Rustig! Gelukkig komt het peloton weer op snelheid en ik zit met een paar trappen in vierde positie. M’n benen voelen donders goed aan en ik overweeg een jump naar de leider. Die gozer rijdt op zo’n 80 meter voor de groep en mijn hart zegt dat ik het dicht kan rijden. M’n kop zegt iets anders… wachten! “Wachten Mark!” Dat doe ik dan maar. De snelheid wordt een paar seconden later opgezwiept en de voorbereiding van de sprint is begonnen. Ik pak een wiel van iemand die ik niet ken. Wat komt er nog vanaf achter?

We draaien de laatste bocht in. Een man in een wit shirt en witte broek komt langs. Ik heb ‘m al heel de dag met een loeizware versnelling zien rijden. Ik gok dat hij wel kan sprinten. Hup! In zijn wiel! Ik zit daar nog maar net of hij gaat staan en rijdt voorbij de twee renners vooraan het peloton. Het is nog 200 meter en het lijkt of hij doorgaat tot de finish. Nou, dan moet ik ook…. GAAAAN!!!

In de laatste meters denk je helemaal nergens meer aan en is het giga stampen op de pedalen. M’n bovenbenen ontploffen echter op 50 meter voor de finish en ik moet zittend verder. Oef… 3e. Bijna word ik op de streep nog gepasseerd door Jurgen Soffers. De laatste 10 meter stop ik met trappen omdat ik er denk te zijn. Maar Jurgen komt nog loeihard langszij. Niet meer doen Mark!

Ik merk dat ik iedere koers beter word. De wedstrijd lezen lukt me steeds beter, alleen moet de finale nog écht een stuk verbeteren. Iedere kleine fout wordt meteen afgestraft en dat was nu ook weer te zien.

Door de tweede derde plek komt nu ook m’n promotie naar de D-categorie dichterbij. Op dit moment staan er 20 punten achter m’n naam en bij 30 moet ik een stapje hoger doen. Ik wil niks liever om dat zo snel mogelijk te halen. Één overwinning, of bijvoorbeeld nog twee keer een 3e stek, en ik heb dat gehaald.

Voor mijn gevoel ben ik er bijna klaar voor, maar ik zou verdomd graag afscheid willen nemen met een overwinnig. Vanavond (yes, op maandag) eerst de Boekweitronde in Zuiddorpe. Koersen!!

ovezande12foto’s: Carlo van den Bosch