Zakloop

zakloopnisse
Een 51e plek met een tijd van 33 minuten en 29 seconden over 7,5 kilometer. Het eindresultaat van 7 weken lang 4 keer per week hardlooptraining. Het was leuk, vaak afzien, maar vooral tof om te zien dat je heel snel een stuk harder kan lopen, want van deze tijd kon ik 7 weken geleden nog maar dromen!

Een lichaam went snel aan sport, maar je moet zeker niet te snel van start gaan. In mijn wieleromgeving redelijk wat renners af zien haken de laatste weken. Te snel, te vaak en ook nog eens te veel kilometers. Ik had het, op streng advies, al rustig opgebouwd. Vanaf 5 kilometer, iedere keer een paar honderd meter meer. Beetje bij beetje begonnen mijn benen te wennen.

Het lopen heeft me wel gepakt. Een stuk leuker dan ik had gedacht. En er zitten een aantal grote voordelen aan. Je bent bijvoorbeeld zo opweg. Binnen 5 minuten heb je je kloffie aan en weg ben je. Loop je 30 minuten, dan heb je al een redelijke training te pakken. Hoe anders is dat bij het wielrennen? Dat duurt bijna een half uur voor je weg bent. En een uurtje fietsen? Da’s peanuts! Veel voordelen heeft het lopen, maar toch blijft het met te braaf. Vooral tijdens de wedstrijden.

Na het startschot is het even dringen. Er wordt wel eens een duuwtje uitgedeeld, maar die is met één sorry de wereld uit. Na een kilometer ben je helemaal op jezelf aangewezen. Geen ploegenspel, geen waaiers, geen geduw voor bochten, de grootste spanning is geweest. Wat voor je ligt is een psychisch spelletje. Een spel waarbij het lichaam zegt; “Stoppen!” en je kop; “Harder!”. Het is een wedstrijd met maar 1 tegenstander, jezelf.

Hoe anders is dat bij wielrennen. Daar wint niet altijd de sterkste. Nee, het is vaak de slimste die wint. Positioneren, duwen, soms trekken, het maakt een machtige sport. Een wedstrijd is van minuut 1 tot het einde een genot. Bij het lopen schieten er wel eens kilometers voorbij zonder dat je erbij stil staat.

Maar toch, stop ik met het wielrennen dan ga ik er nog wel eens serieus over nadenken om bijvoorbeeld een marathon te lopen. Toch iets om van de bucketlijstje weg te strepen. De komende maanden denk ik daar iig niet meer aan. Het wordt kilometers maken. Op de fiets. Zoveel mogelijk, terwijl de dagen alsmaar korter worden.

Mosselloop

rugnummermosselloop
KNAL! We zijn van start. Bijna 300 deelnemers over een veels te smal bospad richting de eerste bocht. Dit kan toch verdorie niet goed gaan? Ik mis nog net het commentaar van Hans Eijsvogel, maar voor de rest is het of we op Duindigt rennen.

Ik heb me wat vergaloppeerd in de eerste kilometers en mijn hoefjes moeten het even iets rustiger aan doen. Dat hebben er gelukkig meer, maar tijd om rust te pakken is er echter niet. De volgende serie obstakels staan op het programma. Heuveltje op, heuveltje af. Zijn we dan misschien in de miletery van Boekelo?

Plots doemen er 2 boomstammen op in het parcours. Wat moeten die nou hier? Ach nee, we moeten er echt overheen springen. Dan besef ik het, we zijn in een paardenrace beland! Een 8 kilometer lange ode aan de zojuist overleden Bonfire van Anky van Grunsven.

Naast me loopt een man die het ook doorheeft; “Het is net een trail joh.” Zie je! Ik zei het toch? Een trailer waarmee je een paard op transport zet. Alle puzzelstukjes vallen plots in elkaar.

Zoals een echt paard altijd doet, loop ik met een bek vol schuim na ruim 8 kilometer over de finish. Dit parcours had ik minder zwaar ingeschat van te voren. Het werd echter een wedstrijd met valse kuitenbijters, springcombinaties en smalle beklimmingen waar ik allen wandelend boven kon komen. Dit had op heel wat plekken niet meer met hardlopen te maken, maar mooi was het zeker! Met een 170ste plek en een tijd van 45:21 ben ik dan ook dik tevreden.

Net jammer dat er na afloop geen suikerklontjes voor ons klaar lagen, maar een paar zure mossels. Ach ja, da’s waar ook, Mosselloop.

mosselloopeinde

Wielrenners die lopen

hardloopschoenen
Het zijn er nogal wat in de eerste maanden van deze winter. Het is ’s avonds al vroeg donker en de wegen kunnen door het onstuimige weer gevaarlijk zijn. Vooral de polderwegen, die juist nu in de oogsttijd, bezaait liggen met modderbulten. Een glijpartij op je racefiets is zo gemaakt!

Een wielrenner zoekt alternatieven. Ik dus ook. Hardloopschoenen aan en gaan. Een paar weken geleden ben ik dan ook maar eens rustig begonnen met een paar kilometer. De snelheid is sindsdien flink verhoogt en de route wordt alsmaar groter.

Alleen, ik merk dat er wel een doel moet zijn. Daarom heb ik me eens verdiept in de Zeeuwse hardloopkalender. Mosselloop, Tankloop, Zakloop, de agenda staat barstensvol met prachtige lopen in de herfstmaanden. De allemooiste? De Hobbeldebobbelloop. Een wedstijd met zo’n naam, daar wil je toch direct aan meedoen? Alleen, 10 kilometer heuvel op, heuvel af, is iets te veel voor deze beginnende loper. De Zakloop op 23 november, dat wordt het einddoel!

De Zakloop is een hardloopwedstrijd over 7,5 kilometer in en rond Nisse. Het is 1 van de populairste lopen in het najaar. Vorig jaar deden er ruim 700 deelnemers mee. Een record! Veel Bevelandse dijken, een klein stuk onverhard, maar vooral veel asfalt. Kijk, dat is iets waar ik binnen 4 weken naartoe kan trainen.

Om niet helemaal blanco in Nisse aan de start te staan wil ik wel ergens wat ervaring opdoen. De Mosselloop in Burgh-Haamstede is geen ideaal parcours, met vooral onverharde paden, maar het is met 8 kilometer wel een ideale afstand als voorbereiding. Aanstaande zaterdag mijn eerste stappen in de Zeeuwse atletiekwereld.

Het is een tikkeltje vreemde start voor iemand die graag mee wil doen tijdens wielerwedstrijden, alleen ik merk dat mijn conditie er snel op vooruit gaat. In nogal wat trainingsboeken staat dat lopen de fietskwaliteiten niet bevordert. Ach, helpt het niet, dan is dit in ieder geval een leuke manier om de eerste donkere maanden door te komen. Op naar de Mosselloop!

Gelukkig nieuwjaar!

1 november, zo’n datum die mensen niks zegt. In België vieren ze Allerheiligen, maar hier? Voor mij ligt dat vandaag anders anders. Deze datum stond al enige tijd in mijn agenda, want vandaag ben ik begonnen aan een nieuw jaar. Denk nu niet dat ik het groots heb gevierd hoor, want champagne of vuurwerk kwam er zeker niet aan te pas. Nee, het was een klein feestje. In mijn uppie heb ik het gevierd voor de afgebladderde tuinpoort van ons huis. Bij het beklimmen van mijn wielerros is namelijk het wielerseizoen 2014 begonnen. Een lange weg van voorbereiding naar mijn eerste wedstrijd in het voorjaar.

Na die paar wielerkoersen (1,2,3) van afgelopen jaar was ik verkocht. Het passieve wielervirus had mij al vanaf m’n vijfde jaar in de greep. Nu is het ook het actieve virus wat in mijn aderen stroomt. Ik moest niet lang nadenken wat ik in 2014 wilde gaan doen. Koersen. Meer koersen! En wel vanaf het begin. Zo kan ik heel het jaar aan wedstrijden meedoen en verder komen dan alleen maar meerijden zoals het afgelopen jaar. Ik wil wel eens zien hoever ik kan komen, wanneer ik meer en gerichter ga trainen. Dan moet ik toch eens een keer podium rijden bij de SP’s?

Sommigen zullen denken. november Mark, dat is toch wel wat vroeg. Nou, dat is het misschien ook wel. De profs, maar ook andere wedstrijdrijders, beginnen rustig te trainen vanaf begin december. Voor mij zal het dan ook pas écht beginnen, maar deze november maand wil ik me vooral voorbereiden. Er is lichamelijk nog wat bij te schroeven. Nou ja, zeg liever wat af te schroeven. Het aantal kilootjes moet naar beneden en dan is vroeg beginnen een voorsprong.

En een voorsprong kan ik wel gebruiken in deze ontdekkingstocht. In de afgelopen maanden heb ik al meerdere trainingsboeken doorgeploeterd om kennis op te doen. Maar wat spreken die elkaar tegen. Ik hou er dan ook rekening mee dat het niet allemaal van een leien dakje zal gaan. Dit jaar wordt een ontdekkingstocht langs mooie, en misschien/waarschijnlijk ook, minder mooi wielerwegen. En dat deel ik graag met jullie. Proost! Op een gelukkig nieuwjaar.