150 km Omloop van Vlaanderen

valkenberg
Iedereen aan de houten tafel heeft een grote kelk voor zijn neus. Allemaal aan de donkere Ename. Normaal drink je zo’n Belgisch biertje rustig op, maar hier wordt hij genuttigd als dorstlesser. Klok, klok, klok, proost! Een toast op de 155 kilometer die er op de teller staan. Mooi hè, die Vlamingen? Dit is bourgondisch fieten.

We zijn bij de Omloop van Vlaanderen. Een toertocht over 80, 120 of 150 kilometer. Een feestje voor de wielerliefhebber. Allemaal bekende heuvels en kasseistroken, een goed uitgepijlde route, seingevers op alle gevaarlijke kruispunten en de ravitaillering (3x) is echt overweldigend. En dat voor maar 15 euro! Voor een toertocht zoals de Amstel Gold Race betaal je 40 euro en voor Nederlandse tochten van 15 euro hoef je echt niet veel te verwachten. Ja, je kan je bidon vullen met water. Wow-hé! Iedereen die eens zo’n tocht organiseert zou hier eens moeten gaan kijken en toerfietsers, doe eens een keer in België mee!

De 155 kilometer lange tocht was heerlijk en dat vooral doordat het klimmen een stuk beter gaat. Maar ja, op pad met Martijn Katsman, dan verbleken mijn klimkunsten. Als een Alberto Contador danst hij op de pedalen omhoog. Hij laat echt alles achter zich. Zijn bijnaam is dan ook niet voor niets de ‘Adelaar van Goes’.

Hoe groot het verschil is tussen ons? Kijk naar de foto boven het bericht. Die met de gebalde vuist ben ik, als eerste boven op de Valkenburg. Dit klopt ook grotendeels, alleen was ik eigenlijk tweede. De nummer één heeft al lang en breed zijn fiets tegen het hek gezet, zijn telefoon uit zijn achterzakje gehaald, en deze foto getrokken. Zo groot is het verschil.

Ik wil koersen

tacx

Bijna twee maanden geleden heb ik de kogel definitief door de kerk gejaagd. Ik wil koersen! Een rugnummer op mijn shirt spelden, krom gebogen over het stuur liggen en de spanning van een wedstrijd meemaken. Mijn fietsmaat Martijn had me met zijn koersverhalen warm gemaakt. Het klonk allemaal zo mooi. Poëzie voor de wielerliefhebber. Dat wil ik ook! Maar ja, dan moest er toch nog flink wat gebeuren. Met die 2 a 3 trainingsrondjes per week ging ik het niet redden. En dan waren er nog een flink aantal hindernissen te nemen.

De grootste was stoppen met roken. Wat van te voren echter een col van buitencategorie leek was zo gepiept. Na een laserbehandeling, nu precies 8 weken geleden, heb ik geen peuk meer aangeraakt. Mijn conditie is daardoor de lucht ingevlogen. Eigenlijk al het grootste winstpunt van dit idee, maar daar haal je het nog niet mee. Ik was namelijk veel te dik. Naja, eigenlijk nog steeds voor iemand die wielrenner wil zijn, maar na 8 weken intensief trainen is er 8 kilo af. Het is een goed begin van wat hopelijk nog meer gaat worden.

En dan, trainen. Twee maanden geleden heb ik de hulp ingeroepen van Raoul Poortvliet. Niet alleen dorpsgenoot, maar ook de Zeeuwse criteriumkoning met drie overwinningen bij de Elite. Hij moet zeker weten hoe ik me goed zou kunnen voorbereiden op rondjes rond de kerk. Dat kan hij. Ik had me nooit voorgesteld om ooit nog eens 20 keer hetzelfde viaduct op te sprinten. Vol gas naar boven, rustig naar beneden, omdraaien, en dan vol aanzetten voor de volgende beklimming. Au!

Trainen deden we vanaf toen niet meer met wind mee. “Alleen hard trainen met tegenwind,” zei Raoul. Dus ging ik met bijna maximale hartslag tegen de wind in. Allemaal als doel om weerstand op te bouwen. Twee keer heb ik kostend over m’n stuur gehangen. Zo kapot zat ik. Maar in mijn achterhoofd hoopte ik dat het mijn prestatie alleen maar zou helpen. Allemaal voor die eerste koers op 5 juli.

Waar ga ik aan meedoen aanstaande vrijdag? Ik doe mee bij de SP-categorie van de Trimbelangen Midden-Zeeland. Ze noemen het de “wilde bond”, maar is een zeer gerespecteerde partner van de KNWU. De SP’s is een instapklasse. Dat klinkt laag, maar wanneer ik twee namen noem dan weet je direct dat het geen kattepis is. Als eerste rijdt Joannathan Duinkerke vaak mee. Hij was idd die jongen die meereed in het peloton tijdens de Giro. Maar dat niet alleen. Hij won vorig jaar nog goud op de Olympische Spelen voor aangepaste sporters. Wie er nog meer meedoet? Regelmatig is de beste Zeeuwse wielrenster Birgit Lavrijssen aan de start. Ze is full prof in België, rijdt veel koersen met Marianne Vos, maar dus ook bij de SP’s. Zegt dat al genoeg?

De SP-categorie is dan de instapklasse, ze rijden tijdens wedstrijden zo’n 37 kilometer per uur gemiddeld. De wedstrijden zijn maar 25 kilometer, maar het vliegt er vanaf het eerste moment keihard in. Afgelopen weekend reden ze tijdens de Ronde van Kruiningen zelfs 39 kilometer gemiddeld. Een record. Dat is geen kattepis voor jongens die dit voor hun hobby doen. En ik kom verdorie net kijken.

Ach ja, vandaag heb ik mijn laatste lange training gemaakt en ik lijk klaar te zijn voor aanstaande vrijdag. En nee, zeker niet voor de winst. Ik heb 8 weken alles gegeven om hopelijk in het peloton te kunnen blijven rijden. Meer verwachtingen mag ik niet hebben. Het wordt aanpikken, me het schompes rijden om aan te blijven haken., maar alleen daarvoor is het me allemaal waard geweest.

Dat het maar heel snel vrijdag 18:01 uur mag zijn. “Dames en heren. Welkom bij de Ronde van Heinkenszand!” Ik ga koersen!