Of je van groep 8 naar de eerste klas van de middelbare school gaat. Zo voelde ik me afgelopen weekend in m’n eerste wedstrijden in de D-categorie. Alle zekerheidjes zijn weggevallen. Het is of ik opnieuw een stukje territorium moet inpikken. En dat in een groep waar sommige coureurs al jaren rijden.
Yes, de D-categorie. Een stapje hoger, een paar tandjes sneller, maar vooral een flink stuk langer. Qua puntenaantal hoefde ik deze stap nog niet te nemen, maar ik wil me verbeteren. Inderdaad, het doel om een koers te winnen is nu plots een stuk verder weg, maar ik verdom het om me daar op blind te staren. Naar mijn gevoel leerde ik de laatse wedstrijden niet meer genoeg bij de SP’s, dus zat er maar één ding op. Op naar de D’s waar ik vrijdag mee reed in Nieuw- Sint Joosland (Nieuwland) en zaterdag in Hansweert.
Het ging redelijk. In Nieuwland was er al heel snel een groepje weg. Ik zag het aan en had me vooraf al bedacht dat ik vanavond maar één missie had, het peloton blijven volgen. Dat ging prima, tot de laatste 2 ronden. Toen het op de dijkjes een paar keer op de kant ging was het flink krabbelen om bij te blijven. Het lukte en uiteindelijk kon ik nog als 18e finishen.
Hansweert was een ander geval. In die ronde zit de beruchte klim van de Zeedijk. Ja, een Limburger lacht hier snoeihard om, maar wanneer je daar 30 keer overheen moet piep je wel anders. Nou ben ik 15 kilo afgevallen in het afgelopen jaar, maar ik moet er nog steeds ruim 80 naar boven sjouwen. Als je dan sommige smalle dennetjes op hun fiets ziet zitten, dan bekruipt mij toch een lichtelijke jaloersheid.
Het ging gelukkig een flink stuk beter dan in Nieuwland. Ik kon makkelijker m’n neus voorin laten zien en bergop kon ik in het zadel omhoog. Ja oké, denk niet dat ik daar op een hartslag van 60 procent van m’n max aan het trappen ben. Nee, het is bijna heel de koers tussen de 85 en 95 procent van je maximale hartslag. En dat een uur lang.
Soms gaat het er zelfs zo hard aantoe dat je denkt dat de top van de zeedijk van Hansweert boven de sneeuwgrens ligt. Ik zag ze toch echt vallen voor m’n ogen! Of waren die vlokken nou zwarte sneeuw?
Drie ronden voor het einde zat ik nog een moment zo “fris” dat ik zelfs nog dacht aan demarreren. Oké, het bleef bij die gedachte, maar ik weet dat dit een teken is dat er al meer inzit. Meezitten met een groepje komt nog wel. En dan is het toewerken naar m’n subdoelen. Eerst top 10, dan top 5, podium en uiteindelijk winnen. Met nog twee wedstrijden dit seizoen gaat dat allemaal niet meer lukken. Ach, het is in ieder geval een mooie aanleiding om ook volgend jaar door te koersen, want ja, die beslissing heb ik de laatste week genomen. Ook volgend jaar ga ik wedstrijden rijden en kijken wat er nog uit m’n wielercarrière is te halen.
Ps: Iedereen vraagt of er een groot verschil zit in rijden tussen SP’s en D’s. Ja, dat is er zeker! Bij de D’s is het tempo constanter maar wordt het vaker op een lint getrokken. Grootste verschil is de stuurmanskunst. Bij de D’s wordt meer ruimte gegeven in de bochten en wordt er niet afgesneden. Voor mij was dat echt een grote verademing.