Wat een afgang

zeelandclassic1

Jury 4 komt naast ons rijden. Op de bijrijdersstoel zit een man die met z’n hand een horizontale streep maakt. “Helaas mannen, einde wedstrijd.” Ik kijk op m’n teller en daar staat 17 kilometer op. Nu al einde wedstrijd. Met nog 5 man worden we onverbiddelijk uit koers gehaald. De jurywagen en bezemwagen racen verder naar de volgende lossers. Wat achter blijft is een renner die even volkomen radeloos is. Ben ik nou echt zó slecht? Is het werkelijk zo slecht met me gesteld? Werkelijk niets wees op deze off-day.

Oké, het ging ontzettend hard. Op de weg tussen Heinkenszand en ‘s-Heerenhoek vlogen we 50 aan het uur. Door m’n durpje ging het door de wind nog een tandje harder. Met bijna 60 vlogen we over de Molendijk. Daarna begon de helletocht voor mij pas echt. In een kleine minuut liepen m’n benen vol, vloog m’n hartslag de lucht in en jawel… m’n eten pompte zich een weg naar boven. We hadden nog geen 7 kilometer gereden! Hoe is het mogelijk?

Ik zie renners voorbij razen waar ik anders nooit moeite mee heb om ze bij te houden. Ik moet zelfs vol trappen terwijl andere renners hun benen stil houden. Er roept nog iemand vriendelijk naar me, “Kom op, Mark.” Heel aardig, maar wat ik ook doe, m’n poten lijken volgestopt met ijzer.

Blurp. Jawel hoor. Verdomme! M’n hele mond zit vol met eten wat ik drie uur voor de koers heb genuttigd. Een milkshake van banaan, puntjes en jam. Ik twijfel om het opnieuw door te slikken. M’n lichaam heeft de broodnodige energie nodig als ik verder wil. Ik ben alleen bang erin te stikken en spuug het maar uit.

We rijden richting Borsele en ik hang achterin het peloton. Door m’n parcourskennis weet ik dat er een cruciaal punt aankomt. Vanaf een brede weg draaien we linksaf een smalle polderweg in. Het is een soort trechter. Andere jaren stonden de achterste renners practisch stil, maar ik heb een idee om op te schuiven. Aan de binnenkant loopt een fietspad en die ga ik eens goed gebruiken. Het mag officieel niet, maar door m’n actie schuif ik makkelijk 30 plaatsen op. Dan is het weer vol op de trappers.

Je hoopt dat het slechte moment maar voor eventjes is. Dat je even door de zogenoemde deur moet vliegen. Het is het pijnlijke moment waarbij je voor de eerste keer in de Max rijdt. Je lichaam doet pijn, maar kan zich daarna snel van herstellen. De pijntjes daarna vallen vaak mee in vergelijking met deze deur. Helaas. Niks deur!

Ik verlies een plek, nog één, weer één. 1, 2, 3, 4… de helft van het peloton rijdt me voorbij. Ik zet al de kracht op de pedalen, maar het helpt niet. Nog 3, nog 2, nog 1… los! 2 meter, 5 meter, 30 meter. Het peloton is er vandoor en ik ben gelost. Nog geen 5 kilometer later worden we uit koers gehaald.

Deze wedstrijd moest een leuk einde van het seizoen worden. Het werd een mentale tik. Ik wist van te voren dat dit, tussen de grote jongens, een harde wedstrijd zou worden, maar om er zo makkelijk en vooral snel afgereden te worden.

’s Avonds na de koers heb ik uren m’n gegevens bekeken. M’n hartslag zat meteen al erg hoog. Hoger dan ik ooit heb gezeten. Was het de spanning waar ik misschien maar slecht tegen kan? Is het m’n lichaam die niet tegen een bepaald eten kan? Ik heb niet voor niets iets uitgetuft. Misschien word ik wel ziek en was dit een teken van m’n lichaam. Ik kan geen definitief antwoord vinden en dat kan ik maar moeilijk verkroppen.

De volgende dag pak ik m’n fiets om een rondje uit te trappen. M’n oog valt op de rem van m’n achterwiel. Hij staat verdorie vast staat tegen m’n achterwiel. Ik geef een draai aan het wiel en… zzzzzzf. Binnen nog geen twee draaingen staat hij al stil. Amai! Was dit gister ook het geval? Ik spring op m’n fiets en doe een paar trappen. Wanneer ik m’n benen stil hou sta ik binnen de kortste keren stil. Juist! Niks ziek, niks slechte dag. Het was materiaalpech. Het lijkt een bot excuus voor een omstander, maar voor mij geeft dit een mentale opluchting.

zeelandclassic2

M’n eerste klassieker, de Zeeland Classic

IMG_0009.JPG

114 kilometer wedstrijd. Tijdens criteriums zijn dat er maar tussen de 40 en 45. Vandaag op het programma de Zeeland Classic. Een klassieker die open staat voor alle categorieën, en jawel, ik sta aan de start. Ik ben niet alleen, want er zijn 150 inschrijvingen. Hon-derd-en-vijftig… *slik*.

Ja, da’s allemaal andere koek dan bij de D’s. In die wedstrijden rijden we met Max 50 man over een plaatselijke ronde. Nu starten we met een grote groep en koersen we twee grote rondes door de Zak van Zuid-Beveland. Da’s direct ook het mooiste, want hier woon ik, hier maak ik m’n trainingsrondes en dus ken ik werkelijk iedere centimeter. Het is ook nog eens de enige kans dat ik door m’n woonplaats ‘s-Heerenhoek kan rijden. Voor het eerst in wedstrijdverband dwars door m’n durpje. Lijkt me mooi.

Gelukkig zit die doorkomst al na 6 kilometer, want hoelang ik het tempo kan volhouden? Ik heb werkelijk geen idee. Er rijden erg veel ervaren renners mee die vaak al jaren dit soort wedstrijden rijden. Voor mij is dit twee niveaus hoger. Veel renners van mijn kaliber hopen één ronde van 45 kilometer mee te rijden.

Vorig jaar heb ik in de bezemwagen meegereden in de Zeeland Classic. Na 20 kilometer reden een heleboel renners, waarmee ik dit jaar samen mee heb gereden, in groepjes op achterstand. Het ging te rap en te snel. Grote illusies om deze koers uit te rijden heb ik dan ook niet. Maar ja, opgeven voordat we nog maar gestart zijn… never!

Ik ga dan ook maar eens flink genieten vandaag, want dit is toch het echte werk. Een groot peloton, dwars door dorpjes en een hele karavan achter ons aan. We zien wel het schip strandt, maar ik hoop dat het op een mooi eilandje is. Vamos!

Start Zeeland Classic in Heinkenszand om 16:30 uur
Eerste doorkomst ‘s-Heerenhoek om 16:40 uur
Tweede doorkomt ‘s-Heerenhoek om 17:45 uur
Finish aan Clara’s Pad in Heinkenszand rond 19:20 uur.

VIDEO: In het SP-peloton

Jawel hoor! Die rechtse met die dikke rooie Riedam kont (www.riedam.nl), dat ben ik! Het zijn beelden geschoten tijdens de Ronde van Kloosterzande halverwege juni. In het filmpje kom ik een aantal keer voorbij geflitst. Maakster is Kirstie James. Een Nieuw-Zeelandse renster die regelmatig in het SP-peloton meerijdt, maar ook wedstrijden rijdt in het profpeloton.

Het filmpje is niet heel lang, maar geeft toch een heel goed beeld hoe het er aan toe gaat. Met z’n drieën door de bocht, het iedere keer weer aanzetten en dan ook het stoeien voor posities. Bedankt Kirstie James! Mooi!

Ik heb hier ook een GoPro-camera liggen en zal ‘m er dan binnenkort toch eens aan gaan schroeven. Het geeft zo’n mooi beeld van de wedstrijd.

kloosterzande

De Ronde van Heinkenszand, een jaar later

hkz01
Na 6 ronden moest ik vorig jaar stoppen. Kotsend langs de kant, omdat ik me in een paar kilometer helemaal kapot had gereden. We zijn nu een jaar verder en het is een wereld van verschil. Ik weet vooraf al dat ik tijdens deze Ronde van Heinkenszand kan volgen. Sterker nog, ik doe mee voor de bovenste plaatsen. Zelf heb ik me top drie als doel gesteld, maar dan moet het wel meezitten.

Er zijn nog 2 ronden te rijden en er is iemand weg. Even een momentje van stil vallen in het peleton en en zoef, weg was hij. Niemand kent de renner en er wordt gedacht dat hij wel “terugwaait”. Het is een gedachte die soms wel eens hardop wordt uitgesproken, “Ach, die waait wel terug!”. Nou, deze renner stoempt lekker door. Wie is hij eigenlijk? Niemand weet het. Het is altijd een voordeel wanneer je onbekend bent. De krachten van een renner zijn niet bekend en daardoor krijg je regelmatig een vrijgeleide. Ik krijg de laatste wedstrijden maar bar weinig ruimte. M’n kont is nog maar gelicht of er zit al drie man achter me. Dzjuu! Erg frustrerend, maar ik zie het maar als een compliment.
Lees verder

In een spekglad Kruiningen

kruiningen02
4e. Weer net naast het podium, maar teleurgesteld? Nee. Heel de koers van voren gereden en in de sprint was dit het maximale. Oké, ik had misschien een plekje voor me aan de sprint moeten beginnen, maar harder kon ik niet.

De Ronde van Kruiningen was een vreemde koers. Het startschot had nog maar net geklonken of daar vielen de eerste druppels. Een gemopper steeg op uit het peloton. Niet van mijn kant. In Oude-Tonge had ik al in de regen gereden. Oké, het liep slecht af met een valpartij, maar daardoor had ik veel meer ervaring dan een boel andere renners.

Een kwartier voor de koers had ik de buienradar gecheckt met een verwachting dat er negentig procent kwans was op regen binnen nu en een half uur. Ondanks dat er nog geen druppel was gevallen gokte ik erop. In m’n tubes zat 7,3 bar, maar die heb ik verlaagd naar 6,7 bar. Dat geeft een boel extra grip in de regen en vooral in de bochten met al die gladde klinkers.

Je zal verwachten dat iedereen het dan een tandje rustiger aan gaat doen in de regen. Neen! Een aantal mannen gaven er zelfs nog eens een extra lap op. Voor mij het teken om direct naar voren te schuiven. Weg van plek 6 à 7, maar direct op plek 2 tot en met 4. Wanneer het zo giet moet je alle putdeksels vermijden, blijf je in de bocht van je voorrem af en laat je in een bocht werkelijk niemand aan de binnenkant van je zitten. Wanneer die persoon op z’n bek gaat, ga je keihard mee. Dat wil je zeker niet!

De rappe mannen hebben nog maar net extra aangezet en jawel… BAM! Een vallende fiets net achter me. Het is zo’n herkenbaar geluid en je hoopt alleen maar dat jij op dat moment niet de veroorzaker bent van deze sound. Het klinkt misschien hard, maar dat is nou eenmaal koers. Na de wedstrijd zoek ik gewonde renners graag even op, maar tijdens de wedstrijd denk ik daar niet aan. Ik weet zelfs dat sommige denken, “weer een concurrent minder”, maar dat gaat mij te ver. Deze renners hebben het in de Ronde van Kruiningen wel prima naar hun zin, want in bijna iedere bocht is het raak. De Zeeuwse fietsenmakers hebben wat te doen de komende week en de Kruiningse EHBO heeft oefenledematen genoeg. Is er nog verband?

Uiteindelijk gaan we met 15 man sprinten voor de overwinning. Het is dringen in de laatste scherpe bocht, maar omdat ik aan de binnenkant van twee renners zit kom ik prima in 5e wiel de laatste lijn op. Ik weet dat ik zolang mogelijk moet blijven zitten, omdat het nog wat oploopt. Dat lukt en op 150 meter vlieg ik nummer 3 en 4 voorbij. Het gat tussen 1 en 2 is echter al veels te groot en ik moet blij zijn met 3…. tot daar in de laatste 80 meter iemand komt opzetten en zelfs nog wint. Geen bloemen, maar ach… ik merk dat het met iedere wedstrijd beter gaat. Hopelijk een podiumplek binnenkort en anders zoek ik naar nieuwe uitdagingen. Het wordt tijd om het een trede hoger te gaan zetten.

foto’s: Jacco Quist (Dank!)

kruiningen01

Niet van een vreemde

patrijzenjachtvader
Zie je die man daar rechts zenuwachtig aan z’n sokken trekken? Hij draagt het allermooiste shirt van de heren die klaar staan voor de start. Nou, dat is ‘m hoor, dat is mijn vader vlak voor het begin van de Patrijzenjacht van 1960 of 61. Een wedstrijd die ook wel bekend staat als de Ronde van Colijnsplaat. En laat ik die wedstrijd nou morgen ook rijden.

Zo vader, zo zoon, maar nog niet qua uitslagen, want mijn vader was een niet onverdienstelijk coureur. Op het palmares van Rinus Rijk redelijk wat podiumplekken. Als nieuweling en junior koerste hij veel wedstrijden in Zeeland en daarbuiten. Regelmatig deed hij dan ook mee aan wedstrijden in België. De verhalen van die koersen vind ik prachtig. Vaak reed pa op zaterdag al richting d’n overkant. Met de pont van Hoedekenskerke naar Terneuzen en dan ergens blijven slapen bij een vriendje die coureur was. Op zondagochtend moest hij dan vroeg uit de veren, want voor de roomse koersen moest je eerst naar de kerk. Met je klikpedalen over de tegelvloer een hostie halen, een wees gegroet van meneer pastoor en dan op volle snelheid naar een Belgisch dorp voor een kermiskoers. Wat een leven als 17-jarig ventje!

Heel lang heeft m’n vader niet gereden. Na twee jaar bij de jeugd moest hij in militaire dienst. Jammer, maar het is prachtig hoeveel verhalen hij er aan over heeft gehouden. Zo was deze Patrijzenjacht op de foto het clubkampioenschap van wielervereniging Middelkamp. Pa reed die dag niet op het podium. Dit mede omdat hij na een gewonnen tussensprint pardoes de greppel werd ingeduwd. Dies Kosten had de sprint moeten winnen en was er niet van gediend dat het plannetje in duigen viel.

Gelukkig zijn er morgen geen tussensprints om ruzie over te maken. Ik heb hopelijk na morgen wel weer een mooi verhaal om bij te schrijven aan m’n wielercarrière.

Weer 3e

ovezande11
Voor de tweede keer op het podium. Voor de tweede keer derde. In Wissenkerke had ik een mazzeltje door een valpartij in de laatste bocht. Nu, in Ovezande, deed ik het volledig op eigen kracht. Een mooie derde stek, maar hij smaakt toch een tikje zurig. Er had misschien meer ingezeten.

Het is nog 2 kilometer voor de finish en alles is nog compleet. Verschillende keren heb ik geprobeerd om met een groepje weg te rijden. Zonder resultaat. Nu gaat het tot een sprint komen, of… Ik ken het rondje op m’n duimpje en weet dat wegkomen in de laatste kilometer hier mogelijk is. Dat punt nadert snel en ik probeer me dan ook een beetje naar voren te worstelen. Naast me zit Jan de Muynck die ik al ontzettend lang ken. Hij geeft aan dat hij het nog gaat proberen. Ik denk er geen seconde over na en duik in zijn wiel. We rijden naar de rechterkant van de smalle weg en worden net opgehouden door een rood BMC-shirt. Hij rijdt niet heel hard, maar wil toch snel vooraan zitten. Dzjuu. Ik raak ingesloten en die laatste kilometer komt eraan. En dan valt het stil, het valt potverdorie stil. Verdomme! Ik kan hier niet weg. Ingesloten, op 1 kilometer. Ik kijk naar voren en zie het rode shirt van BMC er vandoor gaan. “Dat had ik verdorie willen zijn!” Wat nu? Rust! Rustig! Gelukkig komt het peloton weer op snelheid en ik zit met een paar trappen in vierde positie. M’n benen voelen donders goed aan en ik overweeg een jump naar de leider. Die gozer rijdt op zo’n 80 meter voor de groep en mijn hart zegt dat ik het dicht kan rijden. M’n kop zegt iets anders… wachten! “Wachten Mark!” Dat doe ik dan maar. De snelheid wordt een paar seconden later opgezwiept en de voorbereiding van de sprint is begonnen. Ik pak een wiel van iemand die ik niet ken. Wat komt er nog vanaf achter?

We draaien de laatste bocht in. Een man in een wit shirt en witte broek komt langs. Ik heb ‘m al heel de dag met een loeizware versnelling zien rijden. Ik gok dat hij wel kan sprinten. Hup! In zijn wiel! Ik zit daar nog maar net of hij gaat staan en rijdt voorbij de twee renners vooraan het peloton. Het is nog 200 meter en het lijkt of hij doorgaat tot de finish. Nou, dan moet ik ook…. GAAAAN!!!

In de laatste meters denk je helemaal nergens meer aan en is het giga stampen op de pedalen. M’n bovenbenen ontploffen echter op 50 meter voor de finish en ik moet zittend verder. Oef… 3e. Bijna word ik op de streep nog gepasseerd door Jurgen Soffers. De laatste 10 meter stop ik met trappen omdat ik er denk te zijn. Maar Jurgen komt nog loeihard langszij. Niet meer doen Mark!

Ik merk dat ik iedere koers beter word. De wedstrijd lezen lukt me steeds beter, alleen moet de finale nog écht een stuk verbeteren. Iedere kleine fout wordt meteen afgestraft en dat was nu ook weer te zien.

Door de tweede derde plek komt nu ook m’n promotie naar de D-categorie dichterbij. Op dit moment staan er 20 punten achter m’n naam en bij 30 moet ik een stapje hoger doen. Ik wil niks liever om dat zo snel mogelijk te halen. Één overwinning, of bijvoorbeeld nog twee keer een 3e stek, en ik heb dat gehaald.

Voor mijn gevoel ben ik er bijna klaar voor, maar ik zou verdomd graag afscheid willen nemen met een overwinnig. Vanavond (yes, op maandag) eerst de Boekweitronde in Zuiddorpe. Koersen!!

ovezande12foto’s: Carlo van den Bosch

Teamgenoot

oudelande1

“Als je hier aan de kant gaat en je dendert als eerste de laatste bocht in dan win je. Zeker weten!” Andre en ik zijn het erover eens, voor de finale is dit de beste tactiek. André, is mijn teammaat. Heel het seizoen moest ik het alleen doen voor team Riedam, maar vandaag is dat anders. André Snoeck heeft een aantal jaren gekoerst bij de SP’s en vaak met goede resultaten. Top tien plekken en een aantal keer podium. Maar winnen lukte hem nooit. Andre doet mee om mij te helpen aan een goede klassering, zegt hij, maar ik hoop dat we samen voor het beste gaan. De bespreking is gedaan, we kunnen rijden!

Het gaat vanaf de eerste meters keihard. Er zijn vluchtpogingen, maar allemaal zonder resultaat. Achter iedere uitvalspoging dendert de groep achteraan. Ik steek een paar keer mijn neus door het venster, maar het heeft geen zin. Dan is er ook nog de finishpassage door Oudelande. In de laatste 300 meter tot de streep liggen er 3 versmallingen, een bocht en de laatste rechte lijn is een zig-zag straat met paaltjes. Het is een prachtig rondje, maar dit soort dingen begrijp ik als nieuwe renner niet. Waarom moet het toch zo gevaarlijk? Als het mis gaat, dan gaat het goed mis. Oké, de streep midden in het dorp is hartstikke leuk voor het publiek, maar wanneer het niet anders kan is vlak buiten het dorp toch ook geen drama? In Rilland, Wissenkerke en Oude-Tonge was het eigenlijk hetzelfde. Allemaal hele gevaarlijke aankomsten. Maar goed, we moeten het er maar meedoen. André en ik hebben er zelfs onze tactiek op aangepast. Die allerlaatste bocht, daar draait het om.

Lees verder

Slechte benen

Kortgene01
Ergens in ronde 4 van de 10 is het gedaan. Ik kreeg het gat niet dicht! Er moest een kleine oversteek gemaakt worden naar de kopgroep, maar het is net of m’n benen leeglopen. Bovenstaande foto is net op dat moment. Het moet vanuit m’n kleine tenen komen, dat gebeurt vaker, maar eerder dan anders geeft mijn lijf er de brui aan. Bij het oprijden van de dijk van Kortgene is het echt over. Ik kan niet meer, de beslissende groep is vertrokken en het wordt een lijdensweg. Iedere ronde moet ik met mijn tong op m’n voorwiel krabbelen om bij het peloton te blijven. Een uitermate slechte dag die ik niet zag aankomen. Het ging zo goed de laatste weken op trainingen. Waarom toch verdomme?

Gelukkig heb ik een achterban met wat ervaren coureurs. Die blijven koel. “Kan gebeuren! Herstellen en op naar de volgende koers.” Ik denk dan dat dat is om mij op te beuren, maar zo gaat dat dus vaker verzekeren ze me. Soms heb je koersen die niet lopen en daar moet je je bij neerleggen. Om onverklaarbare redenen is het je dag niet. “Niet te lang bij stil staan!” Dat vind ik nog verdomd lastig. Heel de week bezig en dan een 16e plek. Teleurstellend.

Foto’s: Sylvia Bierhuizen. Dank!

Kortgene02

Dat had ‘m moeten zijn

oudetonge03foto: Jacco Quist

Een split second een slierende achterband en BAF! Daar lag ik. Links zie ik m’n mede-vluchter alleen wegrijden. Nog 900 meter heeft hij te gaan. Hij pakt ‘m, omdat een dombo het voor elkaar krijgt in de laatste ronde op zijn bek te gaan. Ik voel me toch een sukkel! Hier was een kans om die allereerste overwinning te pakken. Sterker nog, voor m’n gevoel was hij al bijna binnen, want die andere zat kapot. Het verliep allemaal zo goed, m’n benen waren in topvorm. Wat kon er misgaan? Waarom gebeurd dit? En waarom juist nu?

Ik word uiteindelijk nog vierde. Dezelfde plek die me vorige week veel vreugde bracht. Nu verre van. M’n lichaam zit vol schaafwonden, maar dat valt allemaal wel mee. Alleen m’n pols baart wat zorgen, omdat ik daar weinig mee kan doen. Gelukkig blijkt na een dag dat het allemaal meevalt.

In m’n koppie blijft het maar malen. Wat ging er toch mis in die bocht? 19 rondjes had ik geen enkel probleem met het natte wegdek. Tot die laatste. Ging het nou zoveel harder dan daarvoor? Eigenlijk viel dat wel mee bij het bekijken van m’n Strava-gegevens. De vorige ronden reden we met 30 per uur door de bocht, tijdens de val met bijna 34 kilometer per uur. Zoveel verschil zit daar niet in.

oudetonge02foto: Jacco Quist

Misschien ging ik het gevaar onderschatten? 19 ronden kijk je uit om niet op je bek te gaan in één van de 8 bochten in de ronde. Dan moet het nu ook goed gaan. In de finale ga je misschien toch te veel risico nemen met dit als gevolg. Of is het omdat ik nog zo weinig finales heb gereden?

Ik lees veel wielerboeken van coureur en daarin komt vaak naar voren dat finales rijden een vak apart is. Die laatste kilometers van de wedstrijd zijn compleet anders dan die tientallen kilometers daarvoor. Je moet er ervaring in krijgen, zeggen ze, en dat heb ik nog niet, maar dat had m’n directe concurrent ook niet! Misschien is het wel die gedachte die net voor de bocht in speelde. “Ik ga hier winnen!” Ik was er volledig van overtuigd dat ik met de armen in de lucht over de meet zou gaan. Oude-Tonge zou de plek worden waar ik m’n eerste overwinning ga pakken. Dat wordt een blog om in te lijsten…

Afgestraft! De gedachten van m’n eerste bloemen zijn kei-hard afgestraft! Dzjuu toch!

oudetonge01foto: Jacco Quist